2. 01 2014 Lucide | 23
lucienengelen
‘Somsdenk
ik:wemoeten
eengeneratie
overslaan’
Bij het Radboudumc jaagt Lucien Engelen met
toegepaste innovaties en social media vernieuwing aan,
en daarmee kostenbesparingen in de zorg.
Maar de weerstanden blijven.
tekst Jeroen Siebelink | beeld Vincent Boon
interview
3. 24 | Lucide 01 2014
Elk optreden weer waarschuwen de
sheets van Lucien Engelen zijn pu-
bliek. ‘I am not a doctor...’, waarna de
zinsbegoochelende, ‘disruptive’ tech-
nologieën die de zorgsector gaan ver-
anderen volgen. ‘… but I am extremely
imPatient.’ Ook noemt hij zich gek-
scherend ‘a ‘bit’ of a rebel’. Inderdaad
doet hij niet meer aan e-mail en op
zijn website is geen telefoonnummer
te vinden. De enige manier om hem te
spreken te krijgen, is een volger van
hem te worden op Twitter, en hem
een tweet te sturen. We interviewen
Engelen via Skype. Dat leek ons wel
zo gepast.
Eén op één is van zijn ongeduld niets
te merken. De eigenschap is hem vaak
verweten, als directeur-oprichter van
het REshape & Innovation Center van
het Radboudumc, maar in de rol van
aanjager van gebruik van technologie
in de zorg heeft hij geleerd zijn onge-
duld om te draaien en mensen en-
thousiast te maken. Zijn TEDxMaas-
tricht-optredens leverden hem
wereldwijde bekendheid op. Maar
lucien
engelen
2014
Chief Imagineer,
Nationaal ICT Instituut
voor de Zorg, Den Haag
2011
Core Faculty, Singularity
University FutureMed,
Silicon Valley
2010
initiatiefnemer The
Future of Health
TEDxMaastricht
2010
directeur-oprichter
REshape & Innovation
Center, Radboudumc
Nijmegen
2010
Raad van Advies Mayo
Clinic, Social Media
Center for Social Media,
Minnesota
2007
Hoofd Acute Zorgregio
Oost,Adviseur RvB
Radboudumc, Nijmegen
2003-2007
Bestuurder RAV
Limburg Noord
(ambulancediensten)
1984-2003
Mede-eigenaar en
directeur familiebedrijf
Engelengroep
interview
E
voordat de autodidact (twee jaar mbo,
‘I followed the Academy of Life’) zich de
wereld in vocht, leidde hij met zijn
neef hun Limburgse familiebedrijf. De
uitvaartonderneming die hun groot-
vader ooit startte, was tegen de tijd
dat zijn kleinzoon eruit stapte, uitge-
groeid tot een conglomeraat met am-
bulancediensten en meldkamers.
‘Technologie op zich sprak mij niet
eens zo aan. Ik kreeg energie van het
verbinden van mensen. Zo wilden
ambulancemedewerkers weten of hun
patiënt allergieën had, maar kregen
ze geen gehoor bij de huisarts. Ik
kreeg het voor elkaar de dossiers van
huisartsen te koppelen aan die van de
meldkamer. Technologie is niet het
doel, maar een tool. Het doel is veran-
dering.’
En de tijd dringt. Door de
vergrijzing komen we straks
400.000 verpleegkundigen
tekort. Gaat technologie dat werk
doen?
“Eerst moeten we beseffen dat de tij-
den zijn veranderd. Technologie was
ooit groot en duur. Om die enorme
apparaten toegankelijk te maken voor
zoveel mogelijk mensen, waren er zie-
kenhuizen. Maar nu de zorgkosten
onbetaalbaar zijn geworden en in de
tussentijd technologie klein en goed-
koop, laten we nog steeds mensen
naar ziekenhuizen komen om te wor-
den gewogen of hun bloeddruk te me-
ten – in plaats van dat we ze helpen
dat thuis te doen. Neem deze pleister
aan mijn borst. (Tilt zijn trui omhoog,
en verandert het Skype-scherm in een
dashboard met al zijn medische gege-
vens, plus ECG.) De sensor meet hart-
slag, ademhaling, gewicht, stress, of
ik lig of sta. Met één muisklik ziet
4. 01 2014 Lucide | 25
mijn arts hoe de vlag erbij hangt. Dit
soort apparaatjes van slechts driehon-
derd euro doen straks het routinema-
tige deel van het werk van – wie weet
– 400.000 verpleegkundigen.”
Engelen speurt de wereld af naar in-
novaties die breed toepasbaar zijn. In
Silicon Valley blijft hij vaak wat lan-
ger hangen. Hij treft er wearables als
incontinentieluiers met sensor die
tweets versturen, preventieve apps
en serious games waarmee obesitaspa-
tiënten en kinderen met ADHD zich-
zelf kunnen monitoren en het eigen
gedrag kunnen verbeteren, handza-
me testen om te zien of je drager
bent van ziektes of risicogenen, door
professionals voor te schrijven insida-
bles als pillen met nanorobotjes die je
darmen doorlopen op zoek naar kan-
kercellen en robotica die het werk in
de operatiekamer overnemen. Zo kij-
ken in het Radboud studenten live
mee door de Google Glass op het
hoofd van de professor in de opera-
tiekamer en kunnen ze hem vragen
stellen. Ook gaat het ding mee de
traumahelikopter in zodat de OK zich
alvast kan voorbereiden en kijkt de
dermatoloog met de huisarts mee
naar een vlekje. “Het is een lawine, en
er zit veel troep tussen hoor. Negen-
tig procent van de e-health bereikt
nooit de zorgsector. Heeft iemand
twee ton aan een apparaatje besteed,
maar niemand wil het hebben. Waar-
om maak je het dan, vraag ik. Tja,
mijn zwager is cardioloog, en die
vond het een goed plan. En de eind-
gebruiker? Oeps, vergeten. Zelfs
Google Glass gaat het niet worden, in
deze vorm. Gewoon een hamer, die
wil de timmerman ook niet de hele
dag in zijn hand houden. De bril is
nog maar nauwelijks op de markt, of
de opvolger is er al. Een contactlens
voor diabetici.”
Waarom is er zoveel troep?
“Bij al die op zich technologisch hoog-
waardige snufjes is niet goed nage-
dacht of de patiënt er echt iets mee
opschiet. Is het makkelijk en aange-
naam in gebruik? De klant centraal –
je zou zeggen dat Amerikanen daar
toch keien in zijn. Maar patiënten zijn
geen klanten en juist daar gaat het
vaak fout. Klanten hebben de vrije
keuze uit een aanbod, patiënten zijn
afhankelijk van professionals en ver-
zekeraars. Toch komt er uit Silicon
Valley ook veel goeds, omdat de in-
stelling anders is. Goed idee? Bedrijfje
oprichten en de garage in. Niet pra-
ten, maar doen! Probleem is echter
dat je er moeilijk patiënten benadert;
aan elke stap hangen liabilities. Hier
komt bijvoorbeeld onze rol als Neder-
landse REshape kijken. Bij overheden
regelen wij dingen makkelijker. Bo-
vendien hebben we in het Radboud
echte patiënten, echte dokters en ver-
pleegkundigen en faciliteiten genoeg.
Voor interessante zaken die de oceaan
overwaaien, fungeren wij vaker als
testmarkt. Vervolgens wordt over
zo’n pleister op de borst door collega’s
eerst nog lacherig gedaan – ik upload-
de mijn gewicht en kreeg tweets dat
ik de lunch moest laten staan vandaag
– totdat ze hem zelf uitproberen en
de mogelijkheden inzien. Het zijn die
mogelijkheden die het’m doen. De
peer pressure en veiligheid in online-
communities met lotgenoten. De da-
ta-uitwisseling tussen patiënt en dok-
ter en mantelzorger.”
Accepteert men een innovatie zo
makkelijk? Of is het ook voor jou
hard werken?
“In het begin ergerde ik me kapot aan
de Nederlandse makke: goede ideeën
worden kapot gepraat. Dokters zien
bezwaren, de raad van toezicht heeft
geen flauw benul, de patiëntenvereni-
ging moppert. Moeten we, terwijl wij
praten, kinderen met kanker een in-
ternet-hangplek als Mijn Radboud
Thuis op de iPad onthouden? Omdat
wij dat niet aan alle kanten krijgen
❝
Toendemensen
massaalmo-
bieltjesgingen
aanschaffen,
zettenzede
telefaxtoch
ookbijhet
grofvuil?
❞
interview
5. 26 | Lucide 01 2014
dichtgespijkerd? Ik zei: we doen het in
dertig dagen, anders trekken we de
stekker eruit. Nu sluit een team zich
op in een hok en komt er niet uit
voordat het product af is. Dan blijkt
er ineens een heel andere dynamiek te
ontstaan. Er is van alles mogelijk, er is
wél geld en de wettelijke belemmerin-
gen vallen ook wel mee. Kinderen die
chemotherapie ondergaan, delen nu
met professionals én met andere er-
varingsdeskundigen al hun vragen en
antwoorden over hun ziekte. Op
Twitter kan dat niet. Dit jaar volgt de
roll-out in zes andere ziekenhuizen in
Nederland.”
Door zich niet blind te staren op de
reparatiefunctie van nieuwe zorgtech-
nologie, maar vooral de mogelijkhe-
den tot participatie van patiënten te
onderzoeken en samen te werken met
andere instellingen, bracht het Rad-
boudumc REshape & Innovation Cen-
ter al meerdere bijzondere innovaties
tot stand. Met vaak simpele social
media als technologie en patiënten
zelf als de bron. Via de app AED4EU
meldden vanuit heel Europa al 19.000
instellingen met een defibrillator
(AED) in huis zich aan, zodat je overal
met een druk op de knop ziet waar je
er een kunt vinden om iemand met
een hartprobleem zo snel mogelijk te
helpen. En via Facetalk, een dataver-
binding, delen artsen dossiers met de
patiënt, voeren ze checks uit en halen
ze er een andere expert bij. Zo hande-
len ze zestig procent van de medische
consulten veilig en zorgvuldig af, zon-
der een duur video-conferencingsy-
steem te moeten aanschaffen. “Ou-
ders moesten een dag vrij nemen van
hun werk en hun kinderen met een
hazenlip ter controle vanuit een uit-
hoek naar Nijmegen of Rotterdam rij-
den. Maar via Facetalk opent een kind
nu even de mond, drie experts kijken
mee, en na drie minuten is het con-
sult voorbij. Kun je nagaan welke
maatschappelijke kosten dat be-
spaart.”
Kun je die kostenbesparingen
hard aantonen?
“Van dat soort argwaan word ik soms
wel moe. Iedereen kan uitrekenen dat
een opname in een verpleeghuis drie-
duizend euro per maand kost en een
online-surveillancesysteem eenmalig
tweeduizend. Maar toen Wouter Bos
net was aangetreden als zorgexpert
bij KPMG, in 2010, beweerde hij nota
bene op mijn eigen TEDxMaastricht
dat nieuwe technologie de zorg “al-
leen maar duurder” maakt. De be-
staande structuren zouden er niet
klaar voor zijn, zodat de ene technolo-
gie op de andere wordt gestapeld. Dat
is de kruiskopschroevendraaier er de
schuld van geven dat eerst alles met
een platte kop is vastgezet. Keuzes
maken! Toen de mensen massaal mo-
bieltjes gingen aanschaffen, zetten ze
de telefax toch ook bij het grofvuil?
Neem de besparingen van een plat-
form als HeresmydataTM
, een door ons-
zelf ontwikkeld elektronisch patiën-
tendossier. Om te beginnen hoeven
er geen parkeergarages te worden ge-
bouwd voor al die bezoekers, maar be-
langrijker is dat de dokter nu meer
tijd heeft om te luisteren en patiënten
meer betrokken raken bij de besluit-
vorming. Taken verschuiven van de
eerste naar de tweede lijn. We hebben
het allemaal meegemaakt bij telebank-
ing. Inmiddels doen wíj het werk dat
de bank vroeger voor ons deed, en wíj
betalen de bank er nota bene voor.
Zo’n businessmodel zoek ik ook nog
voor de zorg, ha ha.”
Zijn dokters bang om de controle
over hun werk te verliezen?
“We moeten eerst eens in de spiegel
kijken. Voor internet haalden we lang
onze neus op, er kwam alleen troep
vandaan. We communiceerden met
een folder en negeerden de digitale
mogelijkheden. Onze bloeddruk
moest en zou worden gemeten met
❝
Inmiddelsdoen
wíjhetwerk
datdebank
vroegervoor
onsdeed,enwíj
betalendebank
ernotabene
voor
❞
interview
7. samenwerken en governance
organiseren en bekostiging
werving en search
interim-management
organisatiepsychologie en assessments
ontwikkelen en training
functioneren en beloning
arbeids- en ambtenarenrecht
Voor meer informatie bel Douwe Wijbenga op 06 21 58 07 24 www.leeuwendaal.nl
8. 01 2014 Lucide | 29
een apparaat van 1200 euro, zo’n zelf-
dokter-ding van de Kijkshop voor een
paar tientjes kon niks zijn. Toch kijkt
66 procent van de patiënten die naar
een specialist stappen eerst op Dr.
Google – en na afloop weer, om op te
zoeken wat hij eigenlijk heeft gezegd.
Thuiszorginstelling Sensire verspreid-
de 1.500 iPads onder tachtigplussers
in de Achterhoek. Er kwam niet één
vraag over de werking ervan. De
meeste hadden er al een, ze deden er
spelletjes op met hun kleinkind.
“De weerstand zit vooral bij de toe-
zichthouders van zorginstellingen. In
de jaarrekening zien ze dat de onlangs
aangeschafte technologie wel erg snel
afschrijft en binnenkort alweer moet
worden vervangen. Zeggen ze tegen
het bestuur: verkeerde keuze ge-
maakt? Nee natuurlijk, de technologie
gaat steeds sneller. Niemand wil toch
op een pc van vijf jaar oud werken? Ik
merk het in de bestuurskamers waar
ik kom; de gevestigde orde is niet op
de hoogte. Hoewel ik soms denk dat
we die generatie moeten overslaan,
geven we ze masterclasses en spijkeren
we hun kennis bij. Maar liever richt ik
me op de nieuwe generatie, de artsen
in opleiding. Al duurt het nog even
voordat zij aan de knoppen zitten.”
Moeten we patiënten niet in
bescherming nemen tegen de
gevaren van al die openheid over
hun medische gegevens?
“Met die vraag schoffeer je veel pa-
tiënten. Zíj zijn expert in het omgaan
met hun ziekte. Natuurlijk moeten we
ze begeleiden op hun pad, maar een
man met prostaatkanker hoef je echt
niet te vertellen wat een PSA van 4 is.
Dat weet hij als geen ander. Stel je
voor dat je naar de bank moet om te
interview
vragen of je naar je rekening mag kij-
ken. Nee hoor, dat houden wij wel
voor u in de gaten! Als eerste in Euro-
pa hebben we bij het Radboud de dos-
siers toegankelijk gemaakt. Toch is
dat halfweg. De patiënt kan het nu in-
kijken, maar hij moet het ook bezit-
ten en kunnen delen. Wanneer en
met wie het hem uitkomt. Dat probe-
ren we nu met HeresmydataTM
. Ik
voorspel dat de zorg binnen vijf jaar
standaard een abonnement neemt op
data van patiënten, in plaats van dat
zij nu bij ons hun eigen data moeten
opvragen.’
Wanneer is je missie volbracht?
“Als mij niet meer door een journalist
wordt gevraagd of we patiënten tegen
zichzelf moeten beschermen, ha ha.
Ik hoop dat we de patiënt echt als
partner gaan zien, als collega. Ik zeg
niet dat we hem centraal moeten stel-
len, want dat vind ik paternalistisch.
Ik zie hem als onderdeel van het
team, daadwerkelijk betrokken bij
zijn eigen ziekteproces. Het moment
daarvoor is rijp, zowel economisch,
maatschappelijk als technologisch.
Zal ik je iets verklappen? Mijn beide
ouders kregen op het einde van hun
leven te maken met kanker en met
cardiologie. Door zelfmonitoring en
DNA-tests weet ik inmiddels dat ik
ook een grote kans maak. Ik heb er
een zekere haast door gekregen. Om-
dat ik nu teveel van mezelf weet? Nee,
omdat ik bij wijze van spreken nog ze-
ven jaar de tijd heb om er wat aan te
doen. Dat geeft juist rust.”
lucien
engelen
Engelen (1962) is
getrouwd en heeft vier
kinderen, waarvan er
één tot zijn verrassing
geneeskunde is gaan
studeren. Hij fotogra-
feert, is geen gezond-
heidsfreak.Wel staat zijn
gezin hem toe een deel
van zijn vrije tijd te
besteden aan zijn
passie: e-health.