SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 23
1
HET VOORMALIG TUINBOUWBEDRIJF
VAN HOLLEBEKE TE ASSEBROEK
Vroeg 19de-eeuwse ontwikkeling van de herbergen & landhuizen
langs de oude Gentsche Heerweg.
De huidige Generaal Lemanlaan en Astridlaan volgen het tracé van de vroegere voornaamste
verbindingsweg met Gent. In de stad ging men vóór de aanleg van de nieuwe stadsomwalling in
1297 naar het centrum via de Oude Gentweg naar de Mariabrug aan het oud Sint- Janshospitaal.
Reeds in 1275 als Gentsche Heerweg bekend. Op de Poppkaart (kadaster ca. 1842) nog steeds
“Oude aarde weg van Brugge naar Gent”, in 1843 -na het verharden- meestal “Oedelemse
Steenweg” genoemd. Nadat in 1778 van de Maalse Steenweg op de oude Antwerpse Heerweg
in Sint-Kruis is aangelegd, verliest de weg zijn belang.
Bijnader onderzoek stellenwe vast dat het hier om een vrij recente bewoningsgeschiedenis gaat.
Immers zien we o.a. op kaart Ferraris (1) omstreeks 1770/’78 een ongerept open landschap. De
zeldzame behuizing bestaat enkel uit enkele herbergen, aangeduid als Cabaret of Estaminet.
Een voorname bron hierbij is de mooi ingekleurde kadasterkaart opgemaakt door Ir. Doyen in
opdracht van de Franse overheid in 1807/1809, een eerste detailkaart voor ons gebied die ons
steeds goede diensten bewijst (2).
DE OUDE HERBERGEN
Net buiten de Gentpoort links in de Nijverheidsstraat, richting Sint-Kruis
Altebijstraat was tot voor enkele jaren nog de site van de voormalige herberg
“Altebij”. De naam “Al-te-bij” wijst op de ligging bij de stadsgrens ( zie ook “Al-
te-na”). Werd ook kadastraal (tot ca. 1850) gebruikt als wijknaam.
De resterende woning, -vermoedelijk 19de-eeuwse (17de-e. kern) -werd enkele
jaren geleden samen met de veldkapel gesloopt voor de intussen gebouwde
nieuwe wijk.
______________________________________________________________________
(1) J. Bossu, Assebroek en de kaarten van Joseph De Ferraris, in:Arsbroek,12 (1995) p.5-29.
(2) J. D’ Hondt, Stadsarchief Brugge, Inventaris van het Gemeentearchief van Assebroek, nr. 115.
Getekend en handgekleurd kadastraal plan van de gemeente door Ir. Doyen, in 10 bladen met
kadastrale legger en voltooid op 31-10-1809.
2
De plaats was reeds in 1288 gekend onder de naam “Vinckebrouck” (3). Een leen
van de Burg van Brugge. Volgens enkele bronnen (4) een continue bewoning
vanaf 12de-eeuw, vanaf 1650 niet enkel ruraal maar ook herberg.
Tegenover het oude bastionpunt aan de rand van drassige weilanden, palend
aan de Gemeneweidebeek die de ronde omwalling (vóór ca. 1800) bevloeide.
Een fragment uit
de bekende kaart van Marcus Gerards uit 1562. We zien linksboven een gebouw met walgracht
ongetwijfeld “Vinckebrouck”. Dit Bucolisch landelijk tafereeltje in Assebroek kunnen wij u niet
onthouden. Onderaan de torens van de Gentpoort: de dubbele omwalling mét zwanen, de
voerman met huifkar… .
Het is er steeds een plaats geweest van ontmoeting en druk verenigingsleven. De
Koninklijke Schuttersvereniging St.-Sebastiaan was sinds de jaren 1870 reeds
actief, en werd pas in 1974 als schietplaats verlaten. In de reeks ‘geschiedenis
van de Brugse rand’ over Assebroek uit 1986 (5) is naast de zeldzame afbeelding
-van het mooie ‘Estaminet Alteby’ bij koopman F. Martens- een vrij uitgebreide
bijdrage opgenomen.
Vermoedelijk niet meer bekend -niet bij Desmet/Stalpaert (6) noch in de bijdrage
van M. Rolly in haar overzicht van de toen nog gekende herbergen (Arsbroek -
jrb.2, 1985)- was de estaminet - “In Den Nieuwe of Jonge Haze”. Deze was
gelegen in het laatste stukje steenweg links voor de Gentpoort komend van
Assebroek. Vóór 1905- wanneer de weg werd rechtgetrokken- was dit een
belangrijke afspanning.
_______________________________________________________________________
(3) S. Gilté, P. Van Vlaenderen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen: inventaris van het
bouwkundig erfgoed. Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeente Assebroek.
2005. https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/121982.
(4) Soers K., Assebroek, in Archeologische Inventaris Vlaanderen, Band IX, 1987, ASS 111, p.293-
296 https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_oude_kaarten_van_Brugge.
(5) Barremaecker R., Rau J.A., Lagast F., (ed.), Assebroek. Geschiedenis van de Brugse rand,
1987, p. 120-123.
(6) De Smet J. en Stalpaert H., Assebroek :heemkundige schets, Brugge, 1950.
3
Zoals we lezen in de opsomming van de herbergen bij M. Rolly hoefde men in
Assebroek geen dorst te lijden, zij telde er niet minder dan 39 (vanaf ‘ver’
Assebroek). Wij staan enkel even stil bij een vijftal oudere én op talrijke kaarten
aangeduide herbergen, zij waren immers de vroegst bewoonde huizen op ons
tracé tussen Gentpoort en het Peerdeken.
Fragment uit Ph. Vandermaelen kaarten (1846-1854) (7).“ Nieuwe haese Cab. In 1905 -na
onteigening van de bloemisterij van V. Wagner- kwam een nieuwe stenen brug en steenweg mét
tramspoor vlak vóór de Gentpoort. Voor de herbergen “ Nieuwe Haese” en “Hof van Commercie”
betekende dit het einde.
De familie Heineman had er volgens de belangrijke getuigenis van E. De
Wispelaere uit 1965 (8) dankzij zoon-kunstschilder.. ‘precies een museum van
schilderijen’. De talrijke vermeldingen en advertenties in de plaatselijke kranten
wijzen op een drukbeklante handel (9).
De naam ‘Nieuwe of jonge Haese’ kan voor verwarring zorgen en verwijst
ongetwijfeld naar die andere -centraal gelegen herberg- tegenover ‘’t Peerd’ waar
dan :’In den Ouden Haese’ of ‘Lopende Haese’ (1669) zelfs ‘Vliegende Haese’
(1674) werd opgetekend. Over deze herberg verderop meer.
Vooraleer op de wijk Zevekote aan te komen was er echter nog een oude bekende
op onze Gentsche Steenweg die we niet onvermeld kunnen laten. Op de hoek van
de Kruisboogstraat waar we tot voor enkele jaren, -en sinds 1950- het oude
gemeentehuis kenden was sinds eeuwen een Cabaret/Estaminet.
__________________________________________________________________________
(7) Ph. Vandermaelen, Historische kaarten. http://www.geopunt.be/kaart.
(8) E. De Wispelaere, Een deel Oude Gentweg, van 1865 tot op onze dagen., in tijdschrift
Brugs Ommeland 1966. P. 74-84. Zie ook biografie Edw. De Wispelaere (1883 – 1977) door C.
De Vriese. schoolhoofd /heemkundige te Assebroek in: Arsbroek, 5 (1988) p.5-11.
(9) Erfgoed Brugge, https://erfgoedbrugge.be/collection-pagina/historische-kranten/
:Advertenties o.a. in ‘Gazette van Brugge’ (08/01/1838), (10/07/1846) (18/11/1865) of in
Journal de Bruges’ (15/11/1873). Op 31/08/1910 in de ‘Gazette.. ‘ is er sprake van inbraak in
de gewezen herberg “Jongen Haeze” bij dhr. Mamet, koopman in kolen.
4
In de kern van het gebouw, -die door ouderen onder ons misschien nog gekend
is als ‘kasteel van Baron della Faille’ zijn ongetwijfeld nog sporen te vinden van
de herberg “Den Papegaai” of nog “Papegay” (1690 -kaart Lobbrecht).
Baron Maurice della Faille d’Huysse kwam het mooie pand bewonen nadat vorige
eigenaar Ridder Eugène de Cock in 1891 was gestorven. Deze familie heeft er
dus tot 1950 -bijna 60 jaar- verbleven. Dankzij de beschrijving door Marc Carlier
van het 19de-eeuws huis en zijn bewoners zijn wij vrij goed ingelicht over deze
periode(10).
Het voorname pand kwam dus in het bezit van E. de Cock via zijn huwelijk in
1861 met Renilde de Roo, zij had het kasteel met lusttuin via erfenis verworven
van haar tante Marie Van Wambeke. Zij was de ongehuwde dochter van Frans
Van Wambeke (1769 -1843) en Johanna Carette die in Assebroek -volgens de
Kadastrale Legger- in 1834 nog een 4-tal eigendommen hadden waaronder perc.
66a/68a waarop ‘de Papegaai’ met lusttuin tot de Blekerijstraat.
(11) (2): Fragment uit kaart Doyen, SAB. - 1809. / (12)Adv. Uit ‘Gazette van Brugge’, 10/03/1817 waar
verkoop van het pand Le Perroquet is aangekondigd.
____________________________________________________________________________________________________
(10) M. Carlier, Ridder Eugène de Cock (1818-1891) uit Assebroek: “Voor Outer en Heerd”., in :Arsbroek
-23(2006) p.48-62.
(11) Zowel op de kaarten van Jan Lobbrecht (ca. 1690) als op deze van Ferraris (va.1770) zien we dit
‘cabaret den Papegay’ of hier bij Doyen; ‘le Perroquet’ als enig gebouw tussen Gentpoort en
t’Peerdje.
(12) Dus verkoop op 18 april 1817 -als gevolg van inbeslagname- van ‘le Perroquet’ met 29 are en
49ca. met stal voor 6 paarden, grote tuin en meerdere bijgebouwen. Bewoond sinds 1810 door
cabaretier Willen Isselé (Yslé G. met gezin, zie ook bevolkingsboek SAB. 1800/1830). Ook in
volkstelling 1814 ingeschreven in ‘maison’ Nr. 4 op de wijk Zevecote.
5
De stamouders Petrus-Franciscus Van Wambeke (°1726) gehuwd met Maria
Mahiu hadden reeds in de 18de-eeuw een belangrijk patrimonium opgebouwd als
brouwers in Brugge én eigenaars van heel wat herbergen en gronden ook in
Assebroek. Petrus of Pieter bezat reeds in 1771 op de wijk ‘Daverloo’ de mooie
herberg De Lelie(13) -nu nog een van Assebroeks mooiste gebouwen- aan de oude
Weidestraat. Ook de gewezen ‘taveirne Haverloo’ (1580) of ook ‘Averlo’ was
beeldbepalend op deze schilderachtige hoek die oa. door Stijn Streuvels rond ca.
1900 op foto werd vereeuwigd.
In Brugge was de bekende brouwerij ‘De Wulf’ op het Walplein - gerekend onder
de ‘Groot bier Brouwers’- hun eigendom. Na de dood van de vader-brouwer in
1791 -net voor de Franse overheersing- erfde de oudste zoon Petrus Joannes
(°1764 in Brugge O.L.Vr.). Hij huwde met J. Van Cuyl (°1764).
Langs de oude ‘Gentsche Heerweg’ én op enkele bekende plaatsen voor
buitendrinkers…net buiten de Brugse paallanden hadden zij hun estaminets en
dus verzekerde afzet. De ‘Paallanden’ waren afgebakend door paalstenen die het
gevolg waren van de uitbreiding in 1275 van het Brugse stedelijk gebied, onder
andere uit de heerlijkheid Sijsele. Wie een herberg had buiten deze grenzen was
vrij van belastingen op het bierverbruik, er werden gouden zaken gedaan!
Het gevolg van deze stads-
reglementering is hierbij duidelijk op
de kaart van Jan Lobbrecht uit 1690
af te lezen (14). We vinder er niet
enkel in het centrum van Assebroek
benevens ‘De Papegay’ de belangrijke
herbergen ‘Het Peerd’, ‘De Rooze’, ‘De
Loopende Haese’ en ‘Het Dreveke’,
ook ‘Brauwerie Zevecote’ (1669) even
verderop. Net buiten de fictieve lijn
van de paallanden mochten ook de
meer zuidelijk gelegen en bekende
pleisterplaatsen ‘De Lelie’ en
‘Daverloo’ genieten van taksvrij bier.
Dat opvolger Petrus of Pieter
Van Wambeke goed boerde
kunnen we vaststellen uit de opsomming van eigendommen af te lezen in de
kadastrale legger ( 1809) die bij de kaart Doyen hoort. Het is dus een
belangrijke bron voor deze periode.
______________________________________________________________________
(13) Guido Bruyneel, Dispuut om een gevelde lindeboom bij de herberg De Lelie., in: Arsbroek-11
(1994) p.55-63. Nog G. Bruyneel, Het ontstaan van de herberg De lelie., in: Arsbroek-
13 (1996) p.93-100.
(14) Jan Lobbrecht,1690: http://www.lukasweb.be/nl/foto/kaart-van-brugge-en-de-feodale-
gronden -Jos DeSmet, De evolutie van het Brugse Stadsgebied., in : Handelingen
Genootschap voor Gesch. Brugge -1963, p.90-99.
https://ojs.ugent.be/gvg/article/download/4255/4247.
6
Wij krijgen via deze kaart/legger Doyen een scherp beeld van eigenaars en
bewoning in de wijk Zevekote waar in deze vroege 19de E. de eerste buitenhuizen
met lusttuin reeds waren gebouwd/aangelegd en waar brouwer Van Wambeke
wellicht het hoogtepunt van zijn activiteiten had bereikt.
Eigendommen van brouwer Pieter Van Wambeke in 1809.
De percelen die in
deze periode
eigendom waren
van brouwer Pieter
Van Wambeke
situeren zich vooral
langs de Gentsche
Steenweg in de
Sect. A nrs. 128
t.e.m. 134. Links
herkennen wij de
herberg ‘Papegay’.
Eerstvolgende
reeds bebouwde
perceel 128-129
waar later
Blydhove is
gevestigd. Perc.
130 was toen
boomkwekerij.
Tegenover
‘t’Peerdje’ (auberge
du Cheval d’or)
waren op Sect. A
Cabaret ‘Loopende Haese’ perc. 117 en perc.116- 114 ook van de brouwer. Samen 10 perc. op de wijk
‘Zevecote’.
Zoals eerder gesteld maakten in de Sect. C de nrs 20-21-22 (wijk Daverloo) waaronder de gekende
estaminet ‘De Lelie’ eveneens deel uit van hun omvangrijke patrimonium.
_______________________________________________________
Immers was de economische situatie gedurende het Frans bewind allesbehalve
rooskleurig. Europa was in oorlog en ook na de val van Napoleon in 1815 was de
levensstandaard van de bevolking nog onvoldoende hersteld. Wij citeren hier dr.
André Vandewalle in zijn verdienstelijk werk over de Brugse brouwerijen (15)
“…dit alles had een relatief gering bierverbruik tot gevolg…in Brugge zakte het
verbruik in enkele jaren met meer dan 50% !...” bovendien waren er “…de hoge
taksen en de duurte van de granen, de malaise in de sector bereikte een
dieptepunt in 1816…”.
Slachtoffer was ook onze brouwersfamilie, hun neergang is illustratief in deze
woelige periode. Eerder hebben we reeds de advertentie (verw.12) weergegeven uit
de ‘Gazette van Brugge’ uit 1817 waaruit de verplichte verkoop blijkt van de in
beslag genomen afspanning en cabaret ‘de Papegay’ met zijn stallingen en
bijgebouwen. _______________________________________________________________
(15) Dr. André Vandewalle, DeBrugse brouwerijen, in :De Brugse Parochies 3, Het leven in O.L.Vrouw.
Sint Walburga, Kristus Koning. J.A.19 Rau, Uitg. M. Van de Wiele, 1989, p.7-19.
7
De brouwerij ‘Den Wulf’ op het Walplein in Brugge werd -eveneens in 1817-
opgekocht door Charles Gilliodts en nog enkele jaren als stokerij gebruikt door
Francis Gamage (16). Zelfs het eigen woonhuis ‘..noorden de Leeuwbrugge..’ van
het echtpaar werd -bij besluit van de rechtbank- in 1820 verkocht ‘..by
gedwonge uytwinning..’(17). In diezelfde ‘Gazette’ vinden we te huur ‘…schoone
Herberge genaemd Sevecote, voortijds gediend hebbende voor brouwery…’ te
bevragen bij eigenaar J.F. Saeys in de Spiegelrei te Brugge (18). Moeilijkheden
dus in deze sector en algemeen bij de verarmde bevolking. Volgend hoofdstuk
toont aan dat de toplaag van de rijkere burgerij zich intussen kon vestigen in
prachtige buitenhuizen die aanvankelijk vooral als zomerverblijf dienst deden.
DE LANDHUIZEN EN LUSTTUINEN
Het mooie kaartfragment Doyen hierboven uit begin 19e E. heeft ons de kans de
panden toe te lichten die het onderwerp uitmaken van deze tekst. We zien
immers duidelijk waar én door wie die eerste ‘Speel-huysen’ met hun ‘Lusttuinen’
zijn ontwikkeld en bewoond. Zo komen we stap voor stap in de buurt van het
‘domein Van Hollebeke’ centraal gegeven in deze tekst.
Op kaartfragment Doyen zijn van perceel 133 (Papegaai) tot perceel 117 (Lopende
Haeze) een zestal gebouwen te zien waarvan de opeenvolgende eigenaars meestal
konden worden opgespoord.
 OUD GEMEENTEHUIS : Gen. Lemanlaan nr. 123.
Hiervoor op p.4-5 (verw.10) werd reeds ingegaan op de voorgeschiedenis als
‘cabaret De Papegay’. Samengevat zijn nog enkele gegevens relevant. De percelen
128 t.e.m. 134 mét gebouwen kwamen dus reeds rond 1800 in handen van
brouwer Pieter Van Wambeke. Alles samen goed voor 10 percelen waaronder ook
het kerngebouw waar later Blydhove zal verrijzen. Ook perc. 117 in centrum
Zevecote met de 17de Eeuwse toenmalige herberg en tevens oudste gemeentehuis
‘De Lopende Haze’ later ‘De Kroone en Tramhuis’. Het mooie gebouw werd in de
jaren ca.1925 gesloopt. In de westgevel zijn echter nog steeds sporen van de 7
vensters in het huidige gebouw herkenbaar (19). De gekende opname bij R.
Barremaecker, (5) in haar werk op p.27.
__________________________________________________________________________________________________
(16) Henk Anseeuw, Er is leven in Brugge. 1856 -2006: van Halve Maan tot Brugse Zot. Brugge. 2006.
Prof. Arnoldus Goedbier, Bierverleden te Brugge. Brouwerij ‘tHamerken vzw. Brugge. 1994.
(17) Gazette van Brugge, 11 april 1821. ‘…Ten laste van voornoemden sieur Pieter-Joannes van
Wambeke en zyne huysvrouwe Anna van Cuyl, voor dezen brouwer …bewoonders van het
in beslag genomen huys..’ Gedaen te Brugge den 2 April 1821’.
(18) Gazette van Brugge, 19 juni 1818.
(19) Beeldbank Brugge, Inv. FO/BOO274. Langsgevel uit 1666. Eigen opname 2017.
8
Enkele eigendommen kwamen in bezit van zijn jongere broer rentenier Frans
van Wambeke en echtgenote Johanna Carette. Volgens kadastrale legger in
1834 waren ze eigenaar van de (toenmalige) perc. 131 t.e.m. 134 (20).
In 1840 wordt het landhuis gedeeltelijk vernieuwd. Tussen 1852 en 1860
bewoond door rentenierster Marie Julie van Wambeke, ongehuwde dochter van
F. van Wambeke/Carette en tante van erfgename Renilde de Roo. Het echtpaar
de Cock- de Roo betrekken het kasteeltje in 1861/1862. Uitbreiding werd in
1874 gerealiseerd, doch brand in 1881 maakt restauratie/heropbouw
noodzakelijk. Gronden werden bijgekocht en kasteel vergroot.
In zijn boeiende bijdragen in B.O. 1966 (8) kon ‘meester’ De Wispelaere nog
beeldrijk vertellen over de oude heer de Cock en zijn twee ongehuwde dochters.
Ridder de Cock sterft in 1891 en het domein wordt verkocht aan baron Maurice
della Faille d’Huysse (1855-1927). Zij lieten de oude wit gepleisterde muren met
een halve steen bekleedden. De familie verbleef er 60 jaar. De twee jonkvrouwen
de la Faillie hebben in 1950 het kasteel verkocht aan het gemeentebestuur.
Zowel de families de Cock als de la Faillie waren weldoeners van de oude
Assebroekse O.L.Vrouwkerk. In het koor zijn van beide familie’s monumentale
glasramen geschonken (Callewaert-Deraeve, 1896). Hun wapenschild en -spreuk
zijn er te ontcijferen.
Afb. Assebroek, kerk
O.L.Vrouw in het
koor. Links de
schenking fam. della
Faillle: Wapenspreuk
NEC FALLERE -NEC
FALLI.
Rechts glasraam van
de fam. de Cock: PRO
ARIS ET FOCIS.
(Eig.foto-2017).
_____________________________________________________________
 BLYDHOVE : Gen. Lemanlaan nr. 145.
Op deze plaats was ook hier reeds in 1809 -het hoofdvolume- van een landhuis
gevestigd. Deel van de eigendommen Van Wambeke/ Van Cuyl. In 1834 was de
eigenaar Busschop F. (lusthof, dreef + huis op 28.03 are).
____________________________________________________________
(20)Oorspronkelijke Kadastrale Legger 1834, (eigen arch.), Art. 110 ; Vanwambeke-Carette Frans,
Perc.nrs. 54-71a-68a (lusttuin) en 66a (huis & plaets). Tuin en huis samen voor 24are- 90ca.
9
Het gebouw is reeds uitgebreid wat bevestigd wordt in de Poppkaart en in ‘De
Atlas der Buurtwegen’ uit 1841.Hoofdvolume in neoclassicistische stijl, rode
baksteen in combinatie met natuursteen. Verder aangepast rond 1900 door de
toenmalige eigenaar Georges de Thibault de Boesinghe die er woonde tot 1919.
Een volgende -eveneens adellijke- bewoner was de heer P. Lefevre de ten Hove
die er tot 1928 verbleef. Het werd toen aangekocht door ‘fabricant’ Léon Legein
uit de Wollestraat. Hij was oorlogsschepen in Brugge. Er kwam een veroordeling
en gevangenisstraf in april 1949 (21). Hij overleed in 1952.
Vanaf oktober 1953 kon men het eerste schooljaar Kinderverzorging opstarten.
Op vraag van Mgr. De Smedt werd De Sociëteit van Maria bereid gevonden deze
opleiding onder hun goede te nemen (22). Onmiddellijk werd gestart met
verbouwingen en uitbreiding, in 1955 kwam er een nieuwe vleugel naar de
plannen van architect De Geyter.
 ‘HET WITHOF’ : Landhuis - Gen. Lemanlaan nr. 151.
Verborgen in het groen en achter het (beschermde) 19de eeuwse smeedijzeren
hek waarop vermelding -V.LEFEVRE F. BRUGES- met dubbele poort vinden we een gaaf
bewaard en zeldzaam buitenhuis in een sobere empirestijl uit het eerste kwart
van de 19e eeuw. Heel wat kenmerken -ook in het interieur- verwijzen naar
typerende elementen uit de directoire- en empireperiode. De bijzondere wandnis
in de inkomhal mét sculptuur -vermoedelijk een jachttafereel -en ornamentiek
(afbeelding hieronder) zijn hier een voorbeeld.
In de tuin vinden we bovendien een aantal omvangrijke en waardevolle bomen.
Het geheel werd dan ook opnieuw (23) beschermd sinds 21-10-2016 (24).
Ook hier kijken wij terug op de eerste kadasterkaart van Doyen uit 1809 die
eerder is afgebeeld. De percelen 125, 126 en 127 zijn nog naadloos te herkennen
in de huidige situatie, ook toen was het achterliggende gedeelte reeds aangeduid
als bos. In 1811 was er sprake van ‘…73 aren en 13 ca.. .Erfve en hovinge…’ .
Wij zien slechts minimale aanpassing t.o.v. de Popp kaart uit ca. 1842 waar A.
Bortier reeds jaren de gekende bezitter was van het als ‘Lust-tuyn’ (o.a. de Atlas
der Buurtwegen uit 1845) omschreven landhuis.
De eerste eigenaar/bouwheer was rentenier Pierre Verstraete uit Brugge. Reeds
in 1811 wordt het ‘Speel-huys’ te koop aangeboden. Het huis zal pas door de
volgende eigenaar worden aangepast in zijn huidige volume.
__________________________________________________________________
(21) Journal De Bruges, 23 Avril 1949 :‘Cinq ans aprés…La repression est terminee’.
(22) L. Solemé, Veertig jaar Instituut Blydhove 1953-1993, in :Arsbroek, 11(1994) p.73-86.
(23) M.B. van 16/04/2004. Beschermd als monument en opgenomen in dorpsgezicht.
(24) Gilté Stefanie, Beschermingsdossier 4.001/31005/132.1
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/ergfoedobjecten/77083.
10
Dankzij deze verkoop aangekondigd in de bekende ‘Gazette van Brugge’ (25)
kennen wij meer exacte omschrijving van het goed . Er is sprake van een
‘..kweekery, rondom beplant in zijne doorn-hagen…’. ‘ …Met gewin van Wyn-
penningen.’ Dit laatste wijst op een oud gebruik waar de hoogste bieder
penningen of procenten kon opstrijken (26).
Inkomhal ‘Wit Hof’. Sculptuur in wandnis
Fragm. Gazette van Brugge, 1811. met klassieke empire decoratie (eig.foto).
____________________________________________________________________________
Antonius Bortier (Diksmuide 1765 – Brugge 1843) was als grootgrondbezitter ook
jarenlang gemeenteraadslid van de Stad Brugge. Hij verbleef voornamelijk in zijn
statig huis (huidig Oude Burg 12). Na zijn dood vinden wij koopman J. Herrewyn
uit Oostende, ingeschreven in bevolkingsregister ‘huys nr. 10’ in 1845, samen met
Marie-Caroline Manceau die er op 20 december werden gedomicilieerd (27). Enkele
jaren later reeds doorverkocht aan M.J. Manceau uit Oostende, waarna het goed
via erfenis in handen komt van haar nicht Sidonia Manceau. Zij verbleef in het
kasteeltje tot ook zij er in 1878 komt te sterven (28).
Kort daarop vinden we de volgende eigenaar de heer Vanhamme de
Stampaertshoucke (‘met zijn dikke meid Barbara’) was nog door -onze eerder
genoemde zegsman- E. De Wispelaere (8) goed gekend.
________________________________________________________________
(25) Gazette van Brugge, 19 april 1811.
(26) E.N., Instelpenning in Biekorf, jg. 73 p. 297.
(27) Stadsarchief Brugge, Bevolkingsregister 1840-1846.
(28) Journal de Bruges, 08 nov.1878. ‘Mademoiselle Sidonie Manceau, née á Harfleur (France) et
décédée à sa campagne á Assebroucke, à l’age de 66 ans’.
11
Begin vorige eeuw kwam het goed in het bezit van vrederechter De Keukelaere.
Hij verbleef er tot in de jaren dertig, daarna kwam de familie Paul Verhaeghe en
sinds 1965 de huidige eigenaar. Het beschermd domein wordt heden sinds 2017
opnieuw te koop aangeboden.
 INTERBELLUMWONING: landhuis - Gen. Lemanlaan nr. 153.
Deze woning betreft de nieuwbouw uit 1937 die tot voor kort deel uitmaakte van
het voormalige tuinbouwbedrijf domein Van Hollebeke. Het vroegere ‘kasteeltjen’
van de bekende bankier/fabrikant Felix Dujardin werd afgebroken en vervangen
door de nu gerenoveerde conciërgewoning. Merkwaardig en duidelijk op de
Geopunt-kaarten te onderscheiden dat ongeveer op dit westelijk perceel (tussen
‘Papegay’ en ‘Loopende Haese’) een vrij groot gebouw op de kaart Ferraris (1770-
1778) is afgebeeld.
Het domein zoals het bij M.B. van 16/04/2004 is opgenomen als beschermd
dorpsgezicht bestond aanvankelijk uit 3 afzonderlijke langwerpige percelen.
Op onze bekende basiskaart Doyen uit 1809 zijn ze goed te onderscheiden. Wij
zien westelijk op de perc. 122/123/124 (jardin, verger ,maison) een vrij grote
woning van het langgeveltype, was eigendom van Ww. Kindt M. (‘rentiere’
Bruges). Het centrale perc. 120/121 toen in bezit van Aug. Verhulst met het later
centrale gebouw waar -vanaf 1920- de fam. Van Hollebeke kwam wonen. Het
meest oostelijke perceel tenslotte stond op naam van Josse Saeys (march. de vin)
mét enkel het nu nog aanwezige merkwaardig zeskantig paviljoen of ‘Aubette’ op
de sectie 118/119.
Opname lente 2017: Links in het bomenpark Withof, centraal Interbellumwoning met hernieuwde opsplitsing en
beukenhaag en half verborgen achter de monumentale Giant Sequoia zien we nog het vroegere landhuis Van
Hollebeke.(eig. foto).
_________________________________________________
Het westelijke gebouw werd in 1831 aangekocht door Felix Dujardin van de
Brugse zilversmid Albertus De Wilde en echtgenote Anna Maria Kindts. Hij was
als winkelier en ook slijter in sterke dranken gevestigd in de Geldmuntstraat (29).
___________________________________________________________________________________________________
(29) W. Van Dievoet, Brugse Edelsmeden van de negentiende eeuw, Leuven -2005, p. 47-48.
12
Felix Dujardin overleed in 1849 op zestigjarige leeftijd. Hij bezat een aanzienlijk
onroerend vermogen waaronder de bekende katoenspinnerij aan de
Nijverheidsstraat (30). Hij was de grootste grondbezitter van Assebroek en hoofd
van de Bank Dujardin, een van de belangrijkste lokale banken van het land.
Hun familiegraf/calvarieberg werd opgericht op het kerkhof van Ver-Assebroek.
Het pand werd in 1858 herbouwd en verhuurd aan vrederechter Vanderhofstadt.
Zes jaar later nam zoon Leon Dujardin en zijn gezin hun intrek in dit huis (31).
In 1874 ging de bank bankroet, alles werd openbaar verkocht in 1876/1877.
Het buitengoed werd op 31 aug. 1876 door buurvrouw Manceau (..byzondere)
voor 13.100fr aangekocht. Het ‘kasteeltje Dujardin’ (32) was verhuurd aan W.W.
Bolton (33). 5 jaar later wordt het goed opnieuw aangeboden via een advertentie
in de krant Burgerwelzijn van 08/01/1881, hier is sprake van ‘… een welgelegen
Kasteelgoed… dicht bij de stad Brugge.’
 CENTRAAL LANDHUIS : voorheen ‘LES FAUVETTES’
Voormalig domein Van Hollebeke.
Gen. Lemanlaan 155.
Bij M.B. van 16/04/2004 werd het voormalige tuinbouwbedrijf Van Hollebeke
samen met haar omgeving beschermd als dorpsgezicht. Het landhuis en het
tuinpaviljoen werden eveneens als monument beschermd (34).
Zoals bij vorige landhuizen is ook hier sprake van een buitenhuis of buitengoed
toebehorend aan een kapitaalkrachtige familie. Een dergelijk landhuis wijst op
een eenheid van huis en park en is in de meeste gevallen een tweede verblijf
buiten de stad op het platte land. De schoonheid én de gezonde lucht in dit quasi
ongerepte open landschap spelen een voorname rol bij de keuze van een
buitenverblijf.
Op onze vroegste kadasterkaart DOYEN (1809, p.6 ev.) zien wij in het centrale
perceel 120-121 reeds het hoofdvolume weergegeven. Zoals hier eerder vermeld,
toen in het bezit van VERHULST Augustin, eigenaar uit Brugge.
De percelen, voorheen eigendom SAEYS J. (nrs. 118/119) met paviljoen of
Prieëel/Aubette werden na zijn overlijden in 1826 o.a. via advertentie te koop
aangeboden (35).
________________________________________________________________________________________________
(30) J. D’Hondt, De iconografie van de katoenspinnerij Dujardin (1848-1878), in :Brugs Ommeland
1998, p.262-275. De mooie porceleinkaart van de katoenspinnerij door Daveluy ca. 1849 (SAB.)
is er afgebeeld.
(31) J. D’Hondt, Felix Dujardin, een negentiende eeuwse Brugse bankier en zijn onroerend bezit in
Assebroek, in :Arsbroek,12 (1995) p. 89-98.
(32) Gazette van Brugge, 06/09/1876 en ’t Jaer 70, van 09/09/1876.
(33) Rev. William Watson Bolton, Geboren Long-Melford Suffolk in 1794. Als koning-schutter van de
Sint Sebastiaansgilde Brugge werd door Leclercq een knap schilderij van hem gemaakt in 1867.
(34) https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/77085.
(35) Gazette van Brugge, 10 oktober1827. Koopvier: ‘..een welgelegen en aangenaam speelgoed..’
Ook vijfde koop betrof ‘..welbeklante herberg genaamd Sevecote, en medegaande smisse en
erve..’. Johannes Claerhoudt (zoon van Hendrik) was de ‘ fungerenden vrederegter’ .
13
CLAERHOUDT Hendrik werd op 25 September 1831 in Assebroek ingeschreven
samen met zijn echtgenote Lambin Marie en hun zoon Amatus(36). Het huis had
toen het nr.10 aan de ‘Gendschen Heerweg’ . Nummering op de Steenweg en
omschrijving worden regelmatig aangepast of door elkaar gebruikt : ook in
kadaster-documenten wordt de wijk nog als Altebij (1834) of Zevecote(1860)
aangeduid.
Geboren in Torhout op 29 sept. 1771 kwam de 60 jarige -gewezen ‘procureur
crimineel’ bij het hof van assisen van West- Vlaanderen te Brugge het pand in
Assebroek bewonen. Als ‘grondeigenaar’ had Claerhoudt ook nog zijn
stadswoning aan het Pandreitje in Brugge waar nu het gelijknamig hotel is
gevestigd.
In 1836 was er een eerste uitbreiding van het hoofdvolume. Ook de percelen die
reeds in eigendom waren van Claerhoudt werden toen samengevoegd. De nrs.
‘nieuw’ kadaster (zie ook kaart Popp) zijn 112a/b =tuin, 114a/bis =huis, 115bis
=tuinpaviljoen (37).
Na zijn overlijden in 1858 komt het buitengoed door erfenis toe aan zijn zoon
Francois Auguste -gewezen geneesheer in Stalhille- en echtgenote Amélie
ROELANDTS. Zij was een zeer welstellende dame, haar bezittingen werden na
het overlijden van haar echtgenoot Francois Claerhoudt in 1861 aanzienlijk.
Haar familie was afkomstig van Meulebeke, zij was er geboren op 23 mei 1831.
Samen hadden zij een dochter, Maria geboren in Stalhille 1 dec. 1859.
Vanaf 1867 komt onze volgende bewoner (mede)eigenaar in beeld. Weduwe
Amelié heeft zich immers verloofd met sociaal-liberaal pionier én leraar Charles
DECQ. Hij was de zoon van kleermaker Josephus , geboren op 23 oct. 1831 in
de Brugse Langestraat A5 nr.2. Zijn boeiende biografie is uitvoerig beschreven
in 2008 (38). Na bezwaren en tegenkantingen vanwege haar familie kunnen
Amélie en Charles uiteindelijk trouwen te Brugge op 3 dec. 1867. Zij nemen
aanvankelijk domicilie in de stad waar Charles aan de Dijver C8 een groot huis
had gekocht.
Op 20 mei 1871 veranderen zij hun woonplaats naar hun villa in Assebroek
(toen Zevecote 19). Twee kinderen (Léon en Alice) waren reeds in Brugge geboren,
in hun nieuwe thuis kwamen in 1872 Humbeline, in 1873 Georges en in 1875
Augusta het gezin verrijken.
Hij start heel wat initiatieven, waarin wij dankzij zijn consequente aandacht
voor ‘volksontwikkeling’ een ‘rode’ draad herkennen. Onder andere in het
bestuur (Jointe) van de Academie van Brugge werd hij in 1875 tot gedeputeerde
verkozen. In datzelfde jaar koopt hij in de Ganzestraat 33 het imposante ‘Rood
Huis’ waar hij met zijn familie ook domicilie neemt. Een aantal sociaal-liberale
verenigingen van ‘werklieden’ hebben er hun thuisbasis.
__________________________________________________________________________________________________
(36) Stadsarchief Brugge, Bevolkingsreg. Assebroek, 1827-1840 en 1840-1846.
(37) Kadaster Brugge: Commune d’Assebrouck, Avril 1836, wyck Zevecote: ‘ Réunion et
agrandissement au moyen de construction à neuf.’.
(38) Jan Delfosse, ‘Charles Decq (1831-1905), een vroege militant van het sociaal liberalisme in
Brugge’, in: Brugs Ommeland, 2008/3, p.136-153.
14
Hij richt er een mutualiteit op, een volks-beenhouwerij en voorziet in lokalen
voor bijeenkomsten die o.a. het officieel onderwijs ondersteunen. De
stichtingsvergadering van het ‘Van Gheluwe Genootschap’ wordt er in 1878
gehouden. Niettegenstaande dat ook nu weer de intentie werd voorgenomen zich
niet politiek op te stellen was ook hij uiteraard betrokken bij de toen heftige
schoolstrijd.
Wegens voornamelijk verkeerd gelopen vastgoed-perikelen kwamen er steeds
meer geldelijke zorgen voor Charles Decq. Op 4 oktober 1878 wordt hij bankroet
verklaard, bij een vonnis van de rechtbank komt er de scheiding van goederen
van Amélie Roelandts op 30 mei 1879. Een aantal huizen in Brugge worden
verkocht, Charles met echtgenote en familie trekken zich terug op hun
Assebroekse buitengoed, intussen op naam van stiefdochter Maria (Marie). In
1880 is opnieuw het ganse gezin (echtpaar, 5 kinderen en Marie) herenigd in
Assebroek.
Charles past zijn status aan en laat zich -na zijn onderwijzers loopbaan en sinds
zijn huwelijk- als ‘bijzondere zonder beroep’ omschrijven. Toch doet hij in 1882
een laatste(?) poging om in te gaan op de openstaande vacature van ‘Directeur
du pensionat de l’Athénée de Bruges’. In een bewaarde brief vanuit Assebroek
richt hij zich beleefd tot eminent dichter/priester G. Gezelle -toen onderpastoor
in Kortrijk-met de vraag om bij enkele mogelijke kennissen (Le Représentant
Reynaert, de Courtrai..) zijn kandidatuur aan te bevelen (39).
Marie Claerhoudt zal op 7 dec. 1885 huwen met Alfred van Hamme. Vanaf 1887
bewoond het jonge echtpaar het landhuis (afwisselend met Eernegem). Het
ouderlijk gezin Decq – Amélie Roelandts trekt opnieuw naar Brugge. Marie komt
7 jaar later reeds te overlijden in Eernegem 3 mrt. 1894. Haar bezittingen komen
toe aan haar moeder. De echtgenoot van Marie, A. van Hamme sterft 6 jaar later.
In 1895 komen eerst de twee zonen Decq terug naar Assebroek, later in 1896
volgen de ouders met de drie andere kinderen.
Amélie Decq-Roelandts overlijdt op 25 mrt. 1900. In
haar testament die werd opgemaakt in 1897 (40), wenst
zij ‘met den hoogsten dienst’ begraven te worden, met een
uitdeling van twee halve stenen broden aan de armen
van Assebroek…Zij schenkt verder 600 frank aan de
kerkfabriek van Assebroek voor het maken van twee
brandramen.
Links vooraan op het Assebroekse kerkhof zien wij nog
de imposante grafsteen van de familie Decq-Roelandts
waar later ook de zoon Georges en zijn echtgenote A.
Colens is bijgezet (41).
__________________________________________
(39) Biekorfbibliotheek Brugge, Guido Gezellearchief :nr. 5258, dd.
14/07/1882. Get. Decq-Roelandts.
(40) RAB, Depot notaris P. Thomas 2001, nr. 137, akte 328, aug.1897.
(41) Grafmonument. Begraafplaats, Assebroek Eig. foto, nov. 2017.
15
E. De Wispelaere die we eerder als waardevolle kroniekschrijver mochten leren
kennen kon zich in 1966 nog herinneren wie eertijds het huidige domein Van
Hollebeke bewoonde (42), ….’ik herinner mij nog slechts de oude heer Decq en zijn
beide zonen, de familie verbleef er in de zeventiger jaren. Een plantenkwekerijwas
het niet; wel een bomenpark, gelijk het Wit Hof er nu een heeft’.
Na de dood van Amélie Roelandts werd op 24 juni 1901 in estaminet “café du
Nord” op de Schouwburgplaats door notaris Léon Termote een grote veiling
gehouden van de eigendommen van Charles Decq en zijn 5 kinderen. Een
inventaris beschrijft de eigendommen vastgelegd in 38 loten, ‘...teneinde over te
gaan tot de openbare verkooping..’ (43) .
De verkoop werd uiteindelijk -wegens te weinig belangstelling- pas bij de derde
zitdag op 22 juli 1901 toegewezen, waarbij het buitengoed te Assebroek dan nog
werd ingehouden. Gestipuleerd onder koop 15 vinden we naast woonhuis en
stallingen eveneens orangerie en paviljoen, samen voor 1Ha. 30a. waaronder
ook …’niet medeverkocht ;de groote voliére, het duivenkot…,de banken in het
park, alsmede eene onze lievevrouwebeeld op voet..’ (p.40 van bd.).
In de akte van verkoop is een uitvoerige omschrijving van het vastgoed
opgenomen. Ook de aanpalende gronden en panden uit de eigendommen geven
heel wat bruikbare info. Wij lezen bvb. bij koop 18; ‘voor 1Ha. 64 a. gars en
zaailand’ toegewezen aan de vertegenwoordiger van de Nationale Maatschappij
van Buurtspoorwegen voor het oprichten van de Tramstelplaats, er werd
10.500fr. betaald.
Charles was intussen naar
Oostkamp verhuisd waar
hij overleed op 4 juni 1905.
Hij werd te Assebroek
begraven.
In April 1902 komt het
echtpaar Paul Dewez -L.
Chevalier het pand huren (44).
Hij overlijdt echter in juli van
dat jaar, het huis komt
opnieuw vrij.
In de zomer van 1903 is het
Camille van de WALLE met
zijn echtgenote Josephine
RONSE en één kind die het
domein en park komen
bewonen.
Domein ‘Les Fauvettes’ jaren ca. 1980/’90
_______________________________________________________________________
(42) E. De Wispelaere, (verw.8), in tijdschrift Brugs Ommeland 1966. P. 74.
(43) RAB, TBO 183/42, nr. 146: Depot notaris P. Thommas 2001, notaris Léon Termote 24 juni1901.
(44) Dank aan Guido Bruyneel voor info.
16
Zoals wij zien in bijgaande advertentie uit de krant ‘La Patrie’ (45) van juli 1904
waren Camille van de WALLE (°1880) – Josephine RONSE (°1879) aanvankelijk
nog huurder, zij was de dochter van de bekende volksvertegenwoordiger Alfred
Ronse. De volgende 15 jaar werden zij bewoner/eigenaar van het ‘Buitengoed
genaamd LES FAUVETTES’.
Hun oudste dochter Madeleine was
reeds geboren in 1903. Vijf
kinderen werden daar nog geboren.
Thérèse in 1905, Godelieve in 1909,
twee x Ludger (1907 /1912) zij
werden amper enkele maanden
oud. Zoon Christaan tenslotte, -
latere molinoloog- geboren in 1917.
Bij KB. van 18 mei 1910 werd de
familie gemachtigd bij hun naam
“de Ghelcke” toe te voegen (46).
Camille was bekend om zijn inzet
en sociale verdiensten als schepen
van Assebroek van 1909 tot 1921.
Tijdens de oorlogsperiode nam hij
de coördinatie op zich om de
bevoorrading van de noodlijdende
bevolking te verzekeren . In 1932 is
hij opnieuw verkozen.
Een glasraam in kerk van (eig. foto)
Assebroek Onze-Lieve-Vrouw van de
Rozenkrans (1928 door Hendrik Coppejans)
draagt het wapen met
wapenspreuk
van de familie:
‘Prodesse Divinum’
Hij was ook voorzitter
van van de kerkfabriek
in Ver-Assebroek en is er
overleden op 01 nov.
1962.
______________________
Portret van Camille
Van de Walle de Ghelcke.
foto genomen -uit reeks- in
raadzaal oud Gemeentehuis,
Assebroek/. ca. 2005.
___________________________________________________________________________________________
(45) La Patrie, 16 juli 1904. ‘…recht over de tramstatie Zevecote, lijn Brugge- Knesselaere’.
(46) Gazette van Brugge, 23 mei 1910.
17
BIJLAGEN Afbeeldingen
1/Les Fauvettes ‘Salle à manger”. Met wapenschild van de 2/Salon “Fauvettes” Assebrouck. Let op de prachtige
familie v.d. Walle de Ghelcke centraal in de schouw . Empire aankleding in interieur.
3/Jardin “Fauvettes” Assebrouck. 4/“Assebrouck 7 sept 1919” aan kasteel De Bergskens
Ca. 1917- 1918. waar ze pas waren verhuisd. 4 kinderen van het
gezin van de Walle de Ghelcke; Madeleine, Thérèse,
Godelieve onder de tweejarige Christiaan.
__________________________________________________________________________________________________________
5/ Briefkaarten
verstuurd naar ‘Les
Fauvettes’ links aan
Mw. C. van de Walle
de Ghelcke in 1913.
De kaart rechts in
1922 aan Leon Van
Hollebeke ‘Villa des
Fauvettes’ toen -na
de oorlog- aan de
Gen. Lemanlaan 57.
Sinds december
1919 door hen
bewoond.
18
In de loop van de zomer 1919 heeft de familie van de Walle de Ghelcke het pand
verlaten en zijn met hun vier kinderen verhuisd naar het bekende kasteel ‘De
Bergskens’ (Bijlage foto 4) aan de Weidestraat te Assebroek. Enkele zeldzame
opnames zijn bewaard van het gezin en familieleden aan de villa op 7 sept. 1919
uit privébezit (47).
Het gezin Leon VAN HOLLEBEKE - Helena MODDE ,met hun tien kinderen
namen hun intrek in ‘Les Fauvettes’ in december 1919. De koopakte, -waarin
begrepen ‘renteniershuisop een hectare vijfendertig aren’- is verleden vóór notaris
Van Coillie op 15 december 1919 (48). Het vrijstaand landhuis onder schilddak
heeft tien traveeën en valt o.a. op door zijn dakruiter en twee houten dakkapellen
voorzien van voluten.
Pas in 1929 werd de buurwoning, het oude ‘kasteeltjen Dujardin’ (sectie 78A en
79A) met 27 aren bijgekocht van de eigenares Mw. Ida Van Hamme, weduwe van
de heer G.Schoorman uit Evergem. Op deze plaats werd door de familie de
huidige Interbellumwoning in 1937 nieuw gebouwd zoals te zien op foto pagina
11 hiervoor (49).
Het oostelijk perceel mét tuinpaviljoen was reeds in 1836 bij het domein gevoegd
( zie verw. 37). Dit merkwaardig tuinprieel verdient bijzondere aandacht. Het werd
door de fam. Van Hollebeke in het bloeiende bedrijf ingepast zodanig dat het ook
als watertorentje dienstbaar werd. Het was immers nodig de vele honderden
laurierplantjes, -jonge planten dagelijks- van voldoende water te voorzien.
Uit de boeiende en verzorgde
monografie die kleinzoon
Antoine Vanhollebeke (°1946)
in 1965 heeft geschreven (50)
leren wij heel wat over
voornamelijk de Laurierteelt en
de vele kwekersin het Brugse.
De opname hierbij toont ons in
de achtergrond delenvan de
tramstelplaats, de serres, het
paviljoen- watertoren,de villa
met planten in opkweek op de
voorgrond. Antoine is de zoon
van Georges,het 5e kind in het
grote gezin en was geboren in
Zedelgem op 01/10/1899 en is
overledente Brugge in 1967.
Wij danken kleinzoon Antoine
voor zijn gewaardeerde
toelichting en bruikleen. Domein met jonge driejarige planten in voortuin, 1965.
(47) Uit verzameling Dhr. S. Van Eeghem, bruikleen met dank.
(48) Overgeschreven ten kantore van grondpanden te Brugge de vijftiende januari 1920, boek 3673.
(49) SAB. :Bouwaanvraag met plannen van 22 Juli 1937.
(50) Antoine Vanhollebeke : De Brugse Laurierteelt , Vrij Tuinbouwinstituut Roeselare – 1964/1965.
19
Het tuinpaviljoen, -toen ook Aubette of Gloriëtte genoemd- is samen met tuin en
hekken mee opgenomen in het beschermingsbesluit van 2004.
Als zeldzaam relict is dit vrij goed bewaard gebouwtje onder leien tentdak
dringend aan herwaardering toe. In Nederland worden dergelijke prieëlen
dikwijls ook als ‘Theekoepel’ (of nog ‘Tuinsieraad’) omschreven (51). Meteen wordt
hiermee de vroegere functie verduidelijkt.
Opnieuw onderzoekend op het kaartfragment DOYEN (pag. 6) uit 1809 zien wij
het zeskantig paviljoen reeds op perc. 119. Het originele schrijnwerk en deels
bewaarde vloer met zeshoekige tegels en sterren in terra cotta wijzen op het
esthetisch belang die aan deze plaats werd gehecht. De terugkerende zeshoek
kan ook wijzen op occulte invloeden of verwijzen
naar de wereld van de vrijmetselaars. Via de fam.
Saeys – van Zuylen waren er nauwe banden met de
loge “La Réunion des Amis du Nord” (52).
De perc. 118 en 119 waren dus eigendom van de
Brugse koopman Judocus of Joos Saeys (bij Doyen;
‘Marchand du vin Bruges’). Wanneer hij in 1826 komt
te sterven wordt zijn ‘speelgoed’ in Assebroek samen
met zijn ‘welgekalante herberg Sevecote met
medegaande smisse’ op 10 okt. 1827 te koop
aangeboden (53). Hij had zijn stadswoning aan de
Spiegelrei in Brugge en was lid van de schuttersgilde
te Sint Kruis en sinds 1802 ook van de Brugse Société
Littéraire.
De familie Van Hollebeke kon dus beschikken over
een vrij groot domein om hun tuinbouwbedrijf uit te Afb. :Fragment vloer paviljoen.
bouwen. Kort na de Eerste Wereldoorlog was er de verhuis van Veldegem naar
Assebroek. Zij hadden er aanvankelijk een herberg en vanaf 1900 een winkel
(huidige decoratie Coudenys aan de Koning Albertstraat). Op de bewaarde
briefkaarten- handelden zij in ‘Ellegoederen’ of ook nog als ‘Hortoculteur’ . Dus
vanuit hun handel moeten zij reeds met planten vertrouwd geweest zijn.
Op 27 december 1919 werden zij in het Zedelgems bevolkingsregister
uitgeschreven.
_______________________________________________________________________________________________
(51) Stichting Commissie voor de Vecht en het Oostelijk en Westelijk Plassengebied, :Theekoepels en
tuinhuizen in de Vechtstreek en ’s-Graveland. ’s-Hertogenbosch, 1980.
°https://www.middelheimmuseum.be/nl/pagina/gloriette-en-aubette :Gloriëtte en Aubette, een
grondige restauratie. Middelheimmuseum, Antwerpen.
°https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/85722. Vaststelling Zele 2009, ID:85722.
(52) Andries van den Abeele, :De familie van Zuylen van Nyevelt de Gaesebeke op het Brugs kerkhof. Pag.4
over Joos Saeys- De Beir en dochter Anne-Marie. Zoekterm Google; art. geraadpleegd 08/01/2017.
(53) Gazette van Brugge, o.a. op 10/10 en 17/10/1827.
20
Leon Van Hollebeke was een telg uit een bekende Zedelgems geslacht van
molenaars (54). Samen met de familie Modde – Hatse behoorden zij in de 19e
Eeuw bij de ondernemende pioniers die aan de oorsprong liggen van de stichting
en uitbouw van de jonge proosdij Veldegem. Vader Fredericus Modde (1814-
1903) was daar een geziene landbouwer en werd er ook schepen, haar moeder
Clemence Hatse (1838-1905) was de dochter van notaris en de eerste
burgemeester van Zedelgem Franciscus Hatse. De nieuwe kerk in Veldegem werd
ingewijd in 1865, pas in 1896 erkend als zelfstandige parochie en vanaf 1920
afzonderlijke gemeente (55).
Hij was in Zedelgem geboren in 1867 en was dus reeds 52 jr. toen hij met zijn
vrouw Helena Modde (°1872) en hun kroostrijk gezin te Assebroek zijn nieuwe
‘Hofbouwonderneming’ opstartte. Dankzij noeste arbeid en inzet van 7 sterke
zonen en 3 dochters is de onderneming in relatief korte tijd sterk gegroeid. Zes
kinderen waren reeds volwassen in 1920.
Afbeelding uit verzameling
van Marie-Josephe
Salazar - Van Hollebeke.
Vermoedelijke opname ca.
1933/’34. De foto is fel
beschadigd.
De tien kinderen voor het
landhuis omringen vader
Leon die reeds in 1936 zal
komen te overlijden en
moeder Helena Modde.
Dankzij hulp van familie
was het toch mogelijk de
gezinsleden te benoemen.
De twee jongste : links bij
vader zittend Joseph
(°1907), bij zijn moeder
rechts Gerard (°1913).
Staand vanaf links Raoul(°1897), Adrienne(°1895), Jerome(°1898), Rachel(°1902),
Germain(°1900), Maria(°1904), Georges(°1899) en tenslotte Gaston(°1896).
In de eerst helft van vorige eeuw werden nog gronden en huizen bij het eigendom
gevoegd. Zoals eerder genoteerd (p. 11) werd in het Interbellum de
conciergewoning gebouwd op de plaats van het oude kasteeltje Dujardin.
______________________________________________________________________________________
(54) Met dank aan Dhr. Roland Decock.
(55) Bertrand Denys, auteur-heemkundige: Veldegem van proosdij tot parochie 1865-2010.
Veldegem 2010. Idem :Franciscus Hatse, eerste Zedelgemse burgemeester …(1830-1854) in:
Zilleghem. Handelingen van de Kring voor Heemkunde. Jrg.33-(2012), p.128-152.
Mail van 12.01 en 19.01.2016, met dank.
21
Tijdens WO. II is er het overlijden van de oudste dochter Adrienne in 1943 en
Jerome in 1944. Het bedrijf was intussen bekend als een van de belangrijkste
Vlaamse laurierkwekerijen. De typische zandgrond en het lokale microklimaat met
de gunstige invloed van de zeelucht bleken een uitstekende voedingsbodem voor de
sterke en kwalitatieve ‘LAURUS NOBILIS’ (56). De Brugse laurier genoot
internationale faam.
In 1949 werd de N.V. Hofbouwondernemingen Van Hollebeke met de 8 kinderen
én moeder-weduwe Helena Modde als aandeelhouders opgericht. Moeder werd
ook voorzitter en samen met zoon Gerard afgevaardigde-beheerder (57). Helena
en 3 zonen en zus Maria hadden toen nog steeds hun domicilie aan de Gen.
Lemanlaan 153/155. Raoul en Georges woonden aan de overzijde in eigendom
die ook deel uitmaakte van de NV. Dochter Rachel was als kloosterzuster actief
in het oude Sint-Janshospitaal. Op 25 jan. 1969 tenslotte is de sterke en
daadkrachtige moeder Helena Modde op 96 jarige leeftijd gestorven en bijgezet
in het familiegraf op Ver-Assebroek.
De tuinbouwactiviteiten werden in 1992 stopgezet in Assebroek. Het fiere
landhuis en het domein kwam een aantal jaar later leeg te staan en werd
verkocht aan projectontwikkelaars. Vanaf ca. 2000 werd het verval steeds erger.
Ondanks de bescherming als monument én dorpsgezicht in 2004 werd het
gebouw totaal verwaarloosd met gedeeltelijk open dak!. Enkelingen kwamen in
actie (58), maar konden niet beletten dat er inbraak en vernielingen en zelfs
enkele brandjes werden gesticht. Foto’s uit de periode 2006-2008 illustreren
deze pijnlijke evolutie. Op 1 aug. 2008 -midden verlof- werd dak en
bovenverdieping onverwacht en snel ontmanteld. Gelukkig werd toen -weliswaar
zeer laat- door de diensten van Monumentenzorg Brugge ingegrepen. Dit
betekende toch een keerpunt. Een restauratie, eerder een reconstructie werd het
compromis. Over het prachtige- toen nog grotendeels bewaarde interieur met
empirezaal en meer waardevolle elementen hebben wij het hier nog niet eens
gehad! ____________________________________________________________________
(56) ‘De revival van de Vlaamse laurierkweek’ ,uit : De Tijd van 17 juni 2000.
(57) Bijlagen Belgisch Staatsblad dd. 7-8 november 1949.
(58) Vanaf 2006-2007 :Briefwisseling met o.a. Ombudsman, architecten, Gewestelijk Erfgoedambtenaar;
M.Goossens en diverse Stadsdiensten. In de pers; Focus TV, L.N. en Nieuwsblad en andere, uitgebreid
mét foto’s op 05/08/2008 en B.H. Op 08/08/2008.
22
‘Villa’ …na verkoop, vervallen toestand zomer 2007. Beschermd Tuinpaviljoen, ca. 1800. Met toegevoegde
waterreservoir midden vorige eeuw.
(Tuinpaviljoen én opname hieronder toestand 2017).
 TEN SLOTTE
Hier werd slechts een aanzet
gegeven, of bijdrage geleverd aan de
vrij recente geschiedenis van de
omgeving en leefwereld tussen
Gentpoort, Altebij en Zevekote.
De openbare tuin met beschermd paviljoen zal binnenkort vrij te bezoeken zijn.
In deze zeer drukke centrumomgeving, -met record aantal nieuwbouw huizen en
flats in de laatste 10 jaar- kan deze rustplaats een verademing én een grote
meerwaarde betekenen voor Assebroek. Samen met de mensen van de
Heemkring en vele andere bewuste medeburgers (59) is de wil en inzet groot om
in Assebroek een hernieuwde warme gemeenschap te vormen.
W. Kimpe.
_______________________________________________________________________________________________
(59) Een nieuwe actieve groep is sinds 2016 werkend rond ‘De Toekomst van Assebroek’.
https://detoekomstvanassebroek.wordpress.com/ .
23

Mais conteúdo relacionado

Semelhante a Van hollebeke tuinbouwbedrijf

Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Edelhart Y. Kempeneers
 
Opzetvastebordenkloosterparkjan2013
Opzetvastebordenkloosterparkjan2013Opzetvastebordenkloosterparkjan2013
Opzetvastebordenkloosterparkjan2013plassche
 
Opzetvastebordenkloosterparkjan2013
Opzetvastebordenkloosterparkjan2013Opzetvastebordenkloosterparkjan2013
Opzetvastebordenkloosterparkjan2013plassche
 
1910-2010-Een-eeuw-Nieuwe-Park
1910-2010-Een-eeuw-Nieuwe-Park1910-2010-Een-eeuw-Nieuwe-Park
1910-2010-Een-eeuw-Nieuwe-ParkWilma Neefjes
 
Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Edelhart Y. Kempeneers
 
Carla Oldenburger: Preservation Backershagen park and gardens, Wassenaar, Net...
Carla Oldenburger: Preservation Backershagen park and gardens, Wassenaar, Net...Carla Oldenburger: Preservation Backershagen park and gardens, Wassenaar, Net...
Carla Oldenburger: Preservation Backershagen park and gardens, Wassenaar, Net...Carla Oldenburger
 
Rafelrand van Amsterdam
Rafelrand van AmsterdamRafelrand van Amsterdam
Rafelrand van AmsterdamPaul Rowold
 
Carla Oldenburger: Two ages Royal Gardens of the Netherlands (2007)
Carla Oldenburger: Two ages Royal Gardens of the Netherlands (2007)Carla Oldenburger: Two ages Royal Gardens of the Netherlands (2007)
Carla Oldenburger: Two ages Royal Gardens of the Netherlands (2007)Carla Oldenburger
 
Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)
Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)
Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)Marc Alcide
 
Carla Oldenburger: Zocher, Petzold en Wentzel op landgoederen van Prins Frederik
Carla Oldenburger: Zocher, Petzold en Wentzel op landgoederen van Prins FrederikCarla Oldenburger: Zocher, Petzold en Wentzel op landgoederen van Prins Frederik
Carla Oldenburger: Zocher, Petzold en Wentzel op landgoederen van Prins FrederikCarla Oldenburger
 
Jacobus Duivenvoorden en de drie Woelwijken in de 19e eeuw versie 20220923.pdf
Jacobus Duivenvoorden en de drie Woelwijken in de 19e eeuw versie 20220923.pdfJacobus Duivenvoorden en de drie Woelwijken in de 19e eeuw versie 20220923.pdf
Jacobus Duivenvoorden en de drie Woelwijken in de 19e eeuw versie 20220923.pdfJacques Duivenvoorden
 
Carla Oldenburger: Amsterdam Damplantsoen (2021)
Carla Oldenburger: Amsterdam Damplantsoen (2021)Carla Oldenburger: Amsterdam Damplantsoen (2021)
Carla Oldenburger: Amsterdam Damplantsoen (2021)Carla Oldenburger
 
Doc c artikel 19 - even terugbikken - de lucashoeve - een verhaal over het ag...
Doc c artikel 19 - even terugbikken - de lucashoeve - een verhaal over het ag...Doc c artikel 19 - even terugbikken - de lucashoeve - een verhaal over het ag...
Doc c artikel 19 - even terugbikken - de lucashoeve - een verhaal over het ag...Docc Borsbeek
 
Doc c artikel 15 - even terugblikken - op wandel in de de robianostraat tijde...
Doc c artikel 15 - even terugblikken - op wandel in de de robianostraat tijde...Doc c artikel 15 - even terugblikken - op wandel in de de robianostraat tijde...
Doc c artikel 15 - even terugblikken - op wandel in de de robianostraat tijde...Docc Borsbeek
 
Presentatie boek wolwevershaven 21
Presentatie boek wolwevershaven 21Presentatie boek wolwevershaven 21
Presentatie boek wolwevershaven 21Dordrechtmonumenteel
 
Doc c artikel 1 - even terugblikken - borsbeek anno 1873.
Doc c artikel 1 - even terugblikken - borsbeek anno 1873.Doc c artikel 1 - even terugblikken - borsbeek anno 1873.
Doc c artikel 1 - even terugblikken - borsbeek anno 1873.Docc Borsbeek
 
3.7.1 bildt al fan 1200 ôf bedykt 2 febr 2016
3.7.1 bildt al fan 1200 ôf bedykt 2 febr 20163.7.1 bildt al fan 1200 ôf bedykt 2 febr 2016
3.7.1 bildt al fan 1200 ôf bedykt 2 febr 2016HPP
 

Semelhante a Van hollebeke tuinbouwbedrijf (20)

Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Meldert. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
 
Opzetvastebordenkloosterparkjan2013
Opzetvastebordenkloosterparkjan2013Opzetvastebordenkloosterparkjan2013
Opzetvastebordenkloosterparkjan2013
 
Opzetvastebordenkloosterparkjan2013
Opzetvastebordenkloosterparkjan2013Opzetvastebordenkloosterparkjan2013
Opzetvastebordenkloosterparkjan2013
 
1910-2010-Een-eeuw-Nieuwe-Park
1910-2010-Een-eeuw-Nieuwe-Park1910-2010-Een-eeuw-Nieuwe-Park
1910-2010-Een-eeuw-Nieuwe-Park
 
Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis.
 
Het herenhuis van Helder aan de Dokkumer Ee
Het herenhuis van Helder aan de Dokkumer EeHet herenhuis van Helder aan de Dokkumer Ee
Het herenhuis van Helder aan de Dokkumer Ee
 
Straatnamenindex van Ameland
Straatnamenindex van AmelandStraatnamenindex van Ameland
Straatnamenindex van Ameland
 
Carla Oldenburger: Preservation Backershagen park and gardens, Wassenaar, Net...
Carla Oldenburger: Preservation Backershagen park and gardens, Wassenaar, Net...Carla Oldenburger: Preservation Backershagen park and gardens, Wassenaar, Net...
Carla Oldenburger: Preservation Backershagen park and gardens, Wassenaar, Net...
 
Rafelrand van Amsterdam
Rafelrand van AmsterdamRafelrand van Amsterdam
Rafelrand van Amsterdam
 
Carla Oldenburger: Two ages Royal Gardens of the Netherlands (2007)
Carla Oldenburger: Two ages Royal Gardens of the Netherlands (2007)Carla Oldenburger: Two ages Royal Gardens of the Netherlands (2007)
Carla Oldenburger: Two ages Royal Gardens of the Netherlands (2007)
 
Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)
Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)
Nicolaes Coeckelbergh pachter te Geerdegem (1725-1782)
 
Carla Oldenburger: Zocher, Petzold en Wentzel op landgoederen van Prins Frederik
Carla Oldenburger: Zocher, Petzold en Wentzel op landgoederen van Prins FrederikCarla Oldenburger: Zocher, Petzold en Wentzel op landgoederen van Prins Frederik
Carla Oldenburger: Zocher, Petzold en Wentzel op landgoederen van Prins Frederik
 
Jacobus Duivenvoorden en de drie Woelwijken in de 19e eeuw versie 20220923.pdf
Jacobus Duivenvoorden en de drie Woelwijken in de 19e eeuw versie 20220923.pdfJacobus Duivenvoorden en de drie Woelwijken in de 19e eeuw versie 20220923.pdf
Jacobus Duivenvoorden en de drie Woelwijken in de 19e eeuw versie 20220923.pdf
 
Carla Oldenburger: Amsterdam Damplantsoen (2021)
Carla Oldenburger: Amsterdam Damplantsoen (2021)Carla Oldenburger: Amsterdam Damplantsoen (2021)
Carla Oldenburger: Amsterdam Damplantsoen (2021)
 
Doc c artikel 19 - even terugbikken - de lucashoeve - een verhaal over het ag...
Doc c artikel 19 - even terugbikken - de lucashoeve - een verhaal over het ag...Doc c artikel 19 - even terugbikken - de lucashoeve - een verhaal over het ag...
Doc c artikel 19 - even terugbikken - de lucashoeve - een verhaal over het ag...
 
Doc c artikel 15 - even terugblikken - op wandel in de de robianostraat tijde...
Doc c artikel 15 - even terugblikken - op wandel in de de robianostraat tijde...Doc c artikel 15 - even terugblikken - op wandel in de de robianostraat tijde...
Doc c artikel 15 - even terugblikken - op wandel in de de robianostraat tijde...
 
Presentatie boek wolwevershaven 21
Presentatie boek wolwevershaven 21Presentatie boek wolwevershaven 21
Presentatie boek wolwevershaven 21
 
Doc c artikel 1 - even terugblikken - borsbeek anno 1873.
Doc c artikel 1 - even terugblikken - borsbeek anno 1873.Doc c artikel 1 - even terugblikken - borsbeek anno 1873.
Doc c artikel 1 - even terugblikken - borsbeek anno 1873.
 
3.7.1 bildt al fan 1200 ôf bedykt 2 febr 2016
3.7.1 bildt al fan 1200 ôf bedykt 2 febr 20163.7.1 bildt al fan 1200 ôf bedykt 2 febr 2016
3.7.1 bildt al fan 1200 ôf bedykt 2 febr 2016
 
Fietsen rond De Haan
Fietsen rond De HaanFietsen rond De Haan
Fietsen rond De Haan
 

Van hollebeke tuinbouwbedrijf

  • 1. 1 HET VOORMALIG TUINBOUWBEDRIJF VAN HOLLEBEKE TE ASSEBROEK Vroeg 19de-eeuwse ontwikkeling van de herbergen & landhuizen langs de oude Gentsche Heerweg. De huidige Generaal Lemanlaan en Astridlaan volgen het tracé van de vroegere voornaamste verbindingsweg met Gent. In de stad ging men vóór de aanleg van de nieuwe stadsomwalling in 1297 naar het centrum via de Oude Gentweg naar de Mariabrug aan het oud Sint- Janshospitaal. Reeds in 1275 als Gentsche Heerweg bekend. Op de Poppkaart (kadaster ca. 1842) nog steeds “Oude aarde weg van Brugge naar Gent”, in 1843 -na het verharden- meestal “Oedelemse Steenweg” genoemd. Nadat in 1778 van de Maalse Steenweg op de oude Antwerpse Heerweg in Sint-Kruis is aangelegd, verliest de weg zijn belang. Bijnader onderzoek stellenwe vast dat het hier om een vrij recente bewoningsgeschiedenis gaat. Immers zien we o.a. op kaart Ferraris (1) omstreeks 1770/’78 een ongerept open landschap. De zeldzame behuizing bestaat enkel uit enkele herbergen, aangeduid als Cabaret of Estaminet. Een voorname bron hierbij is de mooi ingekleurde kadasterkaart opgemaakt door Ir. Doyen in opdracht van de Franse overheid in 1807/1809, een eerste detailkaart voor ons gebied die ons steeds goede diensten bewijst (2). DE OUDE HERBERGEN Net buiten de Gentpoort links in de Nijverheidsstraat, richting Sint-Kruis Altebijstraat was tot voor enkele jaren nog de site van de voormalige herberg “Altebij”. De naam “Al-te-bij” wijst op de ligging bij de stadsgrens ( zie ook “Al- te-na”). Werd ook kadastraal (tot ca. 1850) gebruikt als wijknaam. De resterende woning, -vermoedelijk 19de-eeuwse (17de-e. kern) -werd enkele jaren geleden samen met de veldkapel gesloopt voor de intussen gebouwde nieuwe wijk. ______________________________________________________________________ (1) J. Bossu, Assebroek en de kaarten van Joseph De Ferraris, in:Arsbroek,12 (1995) p.5-29. (2) J. D’ Hondt, Stadsarchief Brugge, Inventaris van het Gemeentearchief van Assebroek, nr. 115. Getekend en handgekleurd kadastraal plan van de gemeente door Ir. Doyen, in 10 bladen met kadastrale legger en voltooid op 31-10-1809.
  • 2. 2 De plaats was reeds in 1288 gekend onder de naam “Vinckebrouck” (3). Een leen van de Burg van Brugge. Volgens enkele bronnen (4) een continue bewoning vanaf 12de-eeuw, vanaf 1650 niet enkel ruraal maar ook herberg. Tegenover het oude bastionpunt aan de rand van drassige weilanden, palend aan de Gemeneweidebeek die de ronde omwalling (vóór ca. 1800) bevloeide. Een fragment uit de bekende kaart van Marcus Gerards uit 1562. We zien linksboven een gebouw met walgracht ongetwijfeld “Vinckebrouck”. Dit Bucolisch landelijk tafereeltje in Assebroek kunnen wij u niet onthouden. Onderaan de torens van de Gentpoort: de dubbele omwalling mét zwanen, de voerman met huifkar… . Het is er steeds een plaats geweest van ontmoeting en druk verenigingsleven. De Koninklijke Schuttersvereniging St.-Sebastiaan was sinds de jaren 1870 reeds actief, en werd pas in 1974 als schietplaats verlaten. In de reeks ‘geschiedenis van de Brugse rand’ over Assebroek uit 1986 (5) is naast de zeldzame afbeelding -van het mooie ‘Estaminet Alteby’ bij koopman F. Martens- een vrij uitgebreide bijdrage opgenomen. Vermoedelijk niet meer bekend -niet bij Desmet/Stalpaert (6) noch in de bijdrage van M. Rolly in haar overzicht van de toen nog gekende herbergen (Arsbroek - jrb.2, 1985)- was de estaminet - “In Den Nieuwe of Jonge Haze”. Deze was gelegen in het laatste stukje steenweg links voor de Gentpoort komend van Assebroek. Vóór 1905- wanneer de weg werd rechtgetrokken- was dit een belangrijke afspanning. _______________________________________________________________________ (3) S. Gilté, P. Van Vlaenderen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen: inventaris van het bouwkundig erfgoed. Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeente Assebroek. 2005. https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/121982. (4) Soers K., Assebroek, in Archeologische Inventaris Vlaanderen, Band IX, 1987, ASS 111, p.293- 296 https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_oude_kaarten_van_Brugge. (5) Barremaecker R., Rau J.A., Lagast F., (ed.), Assebroek. Geschiedenis van de Brugse rand, 1987, p. 120-123. (6) De Smet J. en Stalpaert H., Assebroek :heemkundige schets, Brugge, 1950.
  • 3. 3 Zoals we lezen in de opsomming van de herbergen bij M. Rolly hoefde men in Assebroek geen dorst te lijden, zij telde er niet minder dan 39 (vanaf ‘ver’ Assebroek). Wij staan enkel even stil bij een vijftal oudere én op talrijke kaarten aangeduide herbergen, zij waren immers de vroegst bewoonde huizen op ons tracé tussen Gentpoort en het Peerdeken. Fragment uit Ph. Vandermaelen kaarten (1846-1854) (7).“ Nieuwe haese Cab. In 1905 -na onteigening van de bloemisterij van V. Wagner- kwam een nieuwe stenen brug en steenweg mét tramspoor vlak vóór de Gentpoort. Voor de herbergen “ Nieuwe Haese” en “Hof van Commercie” betekende dit het einde. De familie Heineman had er volgens de belangrijke getuigenis van E. De Wispelaere uit 1965 (8) dankzij zoon-kunstschilder.. ‘precies een museum van schilderijen’. De talrijke vermeldingen en advertenties in de plaatselijke kranten wijzen op een drukbeklante handel (9). De naam ‘Nieuwe of jonge Haese’ kan voor verwarring zorgen en verwijst ongetwijfeld naar die andere -centraal gelegen herberg- tegenover ‘’t Peerd’ waar dan :’In den Ouden Haese’ of ‘Lopende Haese’ (1669) zelfs ‘Vliegende Haese’ (1674) werd opgetekend. Over deze herberg verderop meer. Vooraleer op de wijk Zevekote aan te komen was er echter nog een oude bekende op onze Gentsche Steenweg die we niet onvermeld kunnen laten. Op de hoek van de Kruisboogstraat waar we tot voor enkele jaren, -en sinds 1950- het oude gemeentehuis kenden was sinds eeuwen een Cabaret/Estaminet. __________________________________________________________________________ (7) Ph. Vandermaelen, Historische kaarten. http://www.geopunt.be/kaart. (8) E. De Wispelaere, Een deel Oude Gentweg, van 1865 tot op onze dagen., in tijdschrift Brugs Ommeland 1966. P. 74-84. Zie ook biografie Edw. De Wispelaere (1883 – 1977) door C. De Vriese. schoolhoofd /heemkundige te Assebroek in: Arsbroek, 5 (1988) p.5-11. (9) Erfgoed Brugge, https://erfgoedbrugge.be/collection-pagina/historische-kranten/ :Advertenties o.a. in ‘Gazette van Brugge’ (08/01/1838), (10/07/1846) (18/11/1865) of in Journal de Bruges’ (15/11/1873). Op 31/08/1910 in de ‘Gazette.. ‘ is er sprake van inbraak in de gewezen herberg “Jongen Haeze” bij dhr. Mamet, koopman in kolen.
  • 4. 4 In de kern van het gebouw, -die door ouderen onder ons misschien nog gekend is als ‘kasteel van Baron della Faille’ zijn ongetwijfeld nog sporen te vinden van de herberg “Den Papegaai” of nog “Papegay” (1690 -kaart Lobbrecht). Baron Maurice della Faille d’Huysse kwam het mooie pand bewonen nadat vorige eigenaar Ridder Eugène de Cock in 1891 was gestorven. Deze familie heeft er dus tot 1950 -bijna 60 jaar- verbleven. Dankzij de beschrijving door Marc Carlier van het 19de-eeuws huis en zijn bewoners zijn wij vrij goed ingelicht over deze periode(10). Het voorname pand kwam dus in het bezit van E. de Cock via zijn huwelijk in 1861 met Renilde de Roo, zij had het kasteel met lusttuin via erfenis verworven van haar tante Marie Van Wambeke. Zij was de ongehuwde dochter van Frans Van Wambeke (1769 -1843) en Johanna Carette die in Assebroek -volgens de Kadastrale Legger- in 1834 nog een 4-tal eigendommen hadden waaronder perc. 66a/68a waarop ‘de Papegaai’ met lusttuin tot de Blekerijstraat. (11) (2): Fragment uit kaart Doyen, SAB. - 1809. / (12)Adv. Uit ‘Gazette van Brugge’, 10/03/1817 waar verkoop van het pand Le Perroquet is aangekondigd. ____________________________________________________________________________________________________ (10) M. Carlier, Ridder Eugène de Cock (1818-1891) uit Assebroek: “Voor Outer en Heerd”., in :Arsbroek -23(2006) p.48-62. (11) Zowel op de kaarten van Jan Lobbrecht (ca. 1690) als op deze van Ferraris (va.1770) zien we dit ‘cabaret den Papegay’ of hier bij Doyen; ‘le Perroquet’ als enig gebouw tussen Gentpoort en t’Peerdje. (12) Dus verkoop op 18 april 1817 -als gevolg van inbeslagname- van ‘le Perroquet’ met 29 are en 49ca. met stal voor 6 paarden, grote tuin en meerdere bijgebouwen. Bewoond sinds 1810 door cabaretier Willen Isselé (Yslé G. met gezin, zie ook bevolkingsboek SAB. 1800/1830). Ook in volkstelling 1814 ingeschreven in ‘maison’ Nr. 4 op de wijk Zevecote.
  • 5. 5 De stamouders Petrus-Franciscus Van Wambeke (°1726) gehuwd met Maria Mahiu hadden reeds in de 18de-eeuw een belangrijk patrimonium opgebouwd als brouwers in Brugge én eigenaars van heel wat herbergen en gronden ook in Assebroek. Petrus of Pieter bezat reeds in 1771 op de wijk ‘Daverloo’ de mooie herberg De Lelie(13) -nu nog een van Assebroeks mooiste gebouwen- aan de oude Weidestraat. Ook de gewezen ‘taveirne Haverloo’ (1580) of ook ‘Averlo’ was beeldbepalend op deze schilderachtige hoek die oa. door Stijn Streuvels rond ca. 1900 op foto werd vereeuwigd. In Brugge was de bekende brouwerij ‘De Wulf’ op het Walplein - gerekend onder de ‘Groot bier Brouwers’- hun eigendom. Na de dood van de vader-brouwer in 1791 -net voor de Franse overheersing- erfde de oudste zoon Petrus Joannes (°1764 in Brugge O.L.Vr.). Hij huwde met J. Van Cuyl (°1764). Langs de oude ‘Gentsche Heerweg’ én op enkele bekende plaatsen voor buitendrinkers…net buiten de Brugse paallanden hadden zij hun estaminets en dus verzekerde afzet. De ‘Paallanden’ waren afgebakend door paalstenen die het gevolg waren van de uitbreiding in 1275 van het Brugse stedelijk gebied, onder andere uit de heerlijkheid Sijsele. Wie een herberg had buiten deze grenzen was vrij van belastingen op het bierverbruik, er werden gouden zaken gedaan! Het gevolg van deze stads- reglementering is hierbij duidelijk op de kaart van Jan Lobbrecht uit 1690 af te lezen (14). We vinder er niet enkel in het centrum van Assebroek benevens ‘De Papegay’ de belangrijke herbergen ‘Het Peerd’, ‘De Rooze’, ‘De Loopende Haese’ en ‘Het Dreveke’, ook ‘Brauwerie Zevecote’ (1669) even verderop. Net buiten de fictieve lijn van de paallanden mochten ook de meer zuidelijk gelegen en bekende pleisterplaatsen ‘De Lelie’ en ‘Daverloo’ genieten van taksvrij bier. Dat opvolger Petrus of Pieter Van Wambeke goed boerde kunnen we vaststellen uit de opsomming van eigendommen af te lezen in de kadastrale legger ( 1809) die bij de kaart Doyen hoort. Het is dus een belangrijke bron voor deze periode. ______________________________________________________________________ (13) Guido Bruyneel, Dispuut om een gevelde lindeboom bij de herberg De Lelie., in: Arsbroek-11 (1994) p.55-63. Nog G. Bruyneel, Het ontstaan van de herberg De lelie., in: Arsbroek- 13 (1996) p.93-100. (14) Jan Lobbrecht,1690: http://www.lukasweb.be/nl/foto/kaart-van-brugge-en-de-feodale- gronden -Jos DeSmet, De evolutie van het Brugse Stadsgebied., in : Handelingen Genootschap voor Gesch. Brugge -1963, p.90-99. https://ojs.ugent.be/gvg/article/download/4255/4247.
  • 6. 6 Wij krijgen via deze kaart/legger Doyen een scherp beeld van eigenaars en bewoning in de wijk Zevekote waar in deze vroege 19de E. de eerste buitenhuizen met lusttuin reeds waren gebouwd/aangelegd en waar brouwer Van Wambeke wellicht het hoogtepunt van zijn activiteiten had bereikt. Eigendommen van brouwer Pieter Van Wambeke in 1809. De percelen die in deze periode eigendom waren van brouwer Pieter Van Wambeke situeren zich vooral langs de Gentsche Steenweg in de Sect. A nrs. 128 t.e.m. 134. Links herkennen wij de herberg ‘Papegay’. Eerstvolgende reeds bebouwde perceel 128-129 waar later Blydhove is gevestigd. Perc. 130 was toen boomkwekerij. Tegenover ‘t’Peerdje’ (auberge du Cheval d’or) waren op Sect. A Cabaret ‘Loopende Haese’ perc. 117 en perc.116- 114 ook van de brouwer. Samen 10 perc. op de wijk ‘Zevecote’. Zoals eerder gesteld maakten in de Sect. C de nrs 20-21-22 (wijk Daverloo) waaronder de gekende estaminet ‘De Lelie’ eveneens deel uit van hun omvangrijke patrimonium. _______________________________________________________ Immers was de economische situatie gedurende het Frans bewind allesbehalve rooskleurig. Europa was in oorlog en ook na de val van Napoleon in 1815 was de levensstandaard van de bevolking nog onvoldoende hersteld. Wij citeren hier dr. André Vandewalle in zijn verdienstelijk werk over de Brugse brouwerijen (15) “…dit alles had een relatief gering bierverbruik tot gevolg…in Brugge zakte het verbruik in enkele jaren met meer dan 50% !...” bovendien waren er “…de hoge taksen en de duurte van de granen, de malaise in de sector bereikte een dieptepunt in 1816…”. Slachtoffer was ook onze brouwersfamilie, hun neergang is illustratief in deze woelige periode. Eerder hebben we reeds de advertentie (verw.12) weergegeven uit de ‘Gazette van Brugge’ uit 1817 waaruit de verplichte verkoop blijkt van de in beslag genomen afspanning en cabaret ‘de Papegay’ met zijn stallingen en bijgebouwen. _______________________________________________________________ (15) Dr. André Vandewalle, DeBrugse brouwerijen, in :De Brugse Parochies 3, Het leven in O.L.Vrouw. Sint Walburga, Kristus Koning. J.A.19 Rau, Uitg. M. Van de Wiele, 1989, p.7-19.
  • 7. 7 De brouwerij ‘Den Wulf’ op het Walplein in Brugge werd -eveneens in 1817- opgekocht door Charles Gilliodts en nog enkele jaren als stokerij gebruikt door Francis Gamage (16). Zelfs het eigen woonhuis ‘..noorden de Leeuwbrugge..’ van het echtpaar werd -bij besluit van de rechtbank- in 1820 verkocht ‘..by gedwonge uytwinning..’(17). In diezelfde ‘Gazette’ vinden we te huur ‘…schoone Herberge genaemd Sevecote, voortijds gediend hebbende voor brouwery…’ te bevragen bij eigenaar J.F. Saeys in de Spiegelrei te Brugge (18). Moeilijkheden dus in deze sector en algemeen bij de verarmde bevolking. Volgend hoofdstuk toont aan dat de toplaag van de rijkere burgerij zich intussen kon vestigen in prachtige buitenhuizen die aanvankelijk vooral als zomerverblijf dienst deden. DE LANDHUIZEN EN LUSTTUINEN Het mooie kaartfragment Doyen hierboven uit begin 19e E. heeft ons de kans de panden toe te lichten die het onderwerp uitmaken van deze tekst. We zien immers duidelijk waar én door wie die eerste ‘Speel-huysen’ met hun ‘Lusttuinen’ zijn ontwikkeld en bewoond. Zo komen we stap voor stap in de buurt van het ‘domein Van Hollebeke’ centraal gegeven in deze tekst. Op kaartfragment Doyen zijn van perceel 133 (Papegaai) tot perceel 117 (Lopende Haeze) een zestal gebouwen te zien waarvan de opeenvolgende eigenaars meestal konden worden opgespoord.  OUD GEMEENTEHUIS : Gen. Lemanlaan nr. 123. Hiervoor op p.4-5 (verw.10) werd reeds ingegaan op de voorgeschiedenis als ‘cabaret De Papegay’. Samengevat zijn nog enkele gegevens relevant. De percelen 128 t.e.m. 134 mét gebouwen kwamen dus reeds rond 1800 in handen van brouwer Pieter Van Wambeke. Alles samen goed voor 10 percelen waaronder ook het kerngebouw waar later Blydhove zal verrijzen. Ook perc. 117 in centrum Zevecote met de 17de Eeuwse toenmalige herberg en tevens oudste gemeentehuis ‘De Lopende Haze’ later ‘De Kroone en Tramhuis’. Het mooie gebouw werd in de jaren ca.1925 gesloopt. In de westgevel zijn echter nog steeds sporen van de 7 vensters in het huidige gebouw herkenbaar (19). De gekende opname bij R. Barremaecker, (5) in haar werk op p.27. __________________________________________________________________________________________________ (16) Henk Anseeuw, Er is leven in Brugge. 1856 -2006: van Halve Maan tot Brugse Zot. Brugge. 2006. Prof. Arnoldus Goedbier, Bierverleden te Brugge. Brouwerij ‘tHamerken vzw. Brugge. 1994. (17) Gazette van Brugge, 11 april 1821. ‘…Ten laste van voornoemden sieur Pieter-Joannes van Wambeke en zyne huysvrouwe Anna van Cuyl, voor dezen brouwer …bewoonders van het in beslag genomen huys..’ Gedaen te Brugge den 2 April 1821’. (18) Gazette van Brugge, 19 juni 1818. (19) Beeldbank Brugge, Inv. FO/BOO274. Langsgevel uit 1666. Eigen opname 2017.
  • 8. 8 Enkele eigendommen kwamen in bezit van zijn jongere broer rentenier Frans van Wambeke en echtgenote Johanna Carette. Volgens kadastrale legger in 1834 waren ze eigenaar van de (toenmalige) perc. 131 t.e.m. 134 (20). In 1840 wordt het landhuis gedeeltelijk vernieuwd. Tussen 1852 en 1860 bewoond door rentenierster Marie Julie van Wambeke, ongehuwde dochter van F. van Wambeke/Carette en tante van erfgename Renilde de Roo. Het echtpaar de Cock- de Roo betrekken het kasteeltje in 1861/1862. Uitbreiding werd in 1874 gerealiseerd, doch brand in 1881 maakt restauratie/heropbouw noodzakelijk. Gronden werden bijgekocht en kasteel vergroot. In zijn boeiende bijdragen in B.O. 1966 (8) kon ‘meester’ De Wispelaere nog beeldrijk vertellen over de oude heer de Cock en zijn twee ongehuwde dochters. Ridder de Cock sterft in 1891 en het domein wordt verkocht aan baron Maurice della Faille d’Huysse (1855-1927). Zij lieten de oude wit gepleisterde muren met een halve steen bekleedden. De familie verbleef er 60 jaar. De twee jonkvrouwen de la Faillie hebben in 1950 het kasteel verkocht aan het gemeentebestuur. Zowel de families de Cock als de la Faillie waren weldoeners van de oude Assebroekse O.L.Vrouwkerk. In het koor zijn van beide familie’s monumentale glasramen geschonken (Callewaert-Deraeve, 1896). Hun wapenschild en -spreuk zijn er te ontcijferen. Afb. Assebroek, kerk O.L.Vrouw in het koor. Links de schenking fam. della Faillle: Wapenspreuk NEC FALLERE -NEC FALLI. Rechts glasraam van de fam. de Cock: PRO ARIS ET FOCIS. (Eig.foto-2017). _____________________________________________________________  BLYDHOVE : Gen. Lemanlaan nr. 145. Op deze plaats was ook hier reeds in 1809 -het hoofdvolume- van een landhuis gevestigd. Deel van de eigendommen Van Wambeke/ Van Cuyl. In 1834 was de eigenaar Busschop F. (lusthof, dreef + huis op 28.03 are). ____________________________________________________________ (20)Oorspronkelijke Kadastrale Legger 1834, (eigen arch.), Art. 110 ; Vanwambeke-Carette Frans, Perc.nrs. 54-71a-68a (lusttuin) en 66a (huis & plaets). Tuin en huis samen voor 24are- 90ca.
  • 9. 9 Het gebouw is reeds uitgebreid wat bevestigd wordt in de Poppkaart en in ‘De Atlas der Buurtwegen’ uit 1841.Hoofdvolume in neoclassicistische stijl, rode baksteen in combinatie met natuursteen. Verder aangepast rond 1900 door de toenmalige eigenaar Georges de Thibault de Boesinghe die er woonde tot 1919. Een volgende -eveneens adellijke- bewoner was de heer P. Lefevre de ten Hove die er tot 1928 verbleef. Het werd toen aangekocht door ‘fabricant’ Léon Legein uit de Wollestraat. Hij was oorlogsschepen in Brugge. Er kwam een veroordeling en gevangenisstraf in april 1949 (21). Hij overleed in 1952. Vanaf oktober 1953 kon men het eerste schooljaar Kinderverzorging opstarten. Op vraag van Mgr. De Smedt werd De Sociëteit van Maria bereid gevonden deze opleiding onder hun goede te nemen (22). Onmiddellijk werd gestart met verbouwingen en uitbreiding, in 1955 kwam er een nieuwe vleugel naar de plannen van architect De Geyter.  ‘HET WITHOF’ : Landhuis - Gen. Lemanlaan nr. 151. Verborgen in het groen en achter het (beschermde) 19de eeuwse smeedijzeren hek waarop vermelding -V.LEFEVRE F. BRUGES- met dubbele poort vinden we een gaaf bewaard en zeldzaam buitenhuis in een sobere empirestijl uit het eerste kwart van de 19e eeuw. Heel wat kenmerken -ook in het interieur- verwijzen naar typerende elementen uit de directoire- en empireperiode. De bijzondere wandnis in de inkomhal mét sculptuur -vermoedelijk een jachttafereel -en ornamentiek (afbeelding hieronder) zijn hier een voorbeeld. In de tuin vinden we bovendien een aantal omvangrijke en waardevolle bomen. Het geheel werd dan ook opnieuw (23) beschermd sinds 21-10-2016 (24). Ook hier kijken wij terug op de eerste kadasterkaart van Doyen uit 1809 die eerder is afgebeeld. De percelen 125, 126 en 127 zijn nog naadloos te herkennen in de huidige situatie, ook toen was het achterliggende gedeelte reeds aangeduid als bos. In 1811 was er sprake van ‘…73 aren en 13 ca.. .Erfve en hovinge…’ . Wij zien slechts minimale aanpassing t.o.v. de Popp kaart uit ca. 1842 waar A. Bortier reeds jaren de gekende bezitter was van het als ‘Lust-tuyn’ (o.a. de Atlas der Buurtwegen uit 1845) omschreven landhuis. De eerste eigenaar/bouwheer was rentenier Pierre Verstraete uit Brugge. Reeds in 1811 wordt het ‘Speel-huys’ te koop aangeboden. Het huis zal pas door de volgende eigenaar worden aangepast in zijn huidige volume. __________________________________________________________________ (21) Journal De Bruges, 23 Avril 1949 :‘Cinq ans aprés…La repression est terminee’. (22) L. Solemé, Veertig jaar Instituut Blydhove 1953-1993, in :Arsbroek, 11(1994) p.73-86. (23) M.B. van 16/04/2004. Beschermd als monument en opgenomen in dorpsgezicht. (24) Gilté Stefanie, Beschermingsdossier 4.001/31005/132.1 https://inventaris.onroerenderfgoed.be/ergfoedobjecten/77083.
  • 10. 10 Dankzij deze verkoop aangekondigd in de bekende ‘Gazette van Brugge’ (25) kennen wij meer exacte omschrijving van het goed . Er is sprake van een ‘..kweekery, rondom beplant in zijne doorn-hagen…’. ‘ …Met gewin van Wyn- penningen.’ Dit laatste wijst op een oud gebruik waar de hoogste bieder penningen of procenten kon opstrijken (26). Inkomhal ‘Wit Hof’. Sculptuur in wandnis Fragm. Gazette van Brugge, 1811. met klassieke empire decoratie (eig.foto). ____________________________________________________________________________ Antonius Bortier (Diksmuide 1765 – Brugge 1843) was als grootgrondbezitter ook jarenlang gemeenteraadslid van de Stad Brugge. Hij verbleef voornamelijk in zijn statig huis (huidig Oude Burg 12). Na zijn dood vinden wij koopman J. Herrewyn uit Oostende, ingeschreven in bevolkingsregister ‘huys nr. 10’ in 1845, samen met Marie-Caroline Manceau die er op 20 december werden gedomicilieerd (27). Enkele jaren later reeds doorverkocht aan M.J. Manceau uit Oostende, waarna het goed via erfenis in handen komt van haar nicht Sidonia Manceau. Zij verbleef in het kasteeltje tot ook zij er in 1878 komt te sterven (28). Kort daarop vinden we de volgende eigenaar de heer Vanhamme de Stampaertshoucke (‘met zijn dikke meid Barbara’) was nog door -onze eerder genoemde zegsman- E. De Wispelaere (8) goed gekend. ________________________________________________________________ (25) Gazette van Brugge, 19 april 1811. (26) E.N., Instelpenning in Biekorf, jg. 73 p. 297. (27) Stadsarchief Brugge, Bevolkingsregister 1840-1846. (28) Journal de Bruges, 08 nov.1878. ‘Mademoiselle Sidonie Manceau, née á Harfleur (France) et décédée à sa campagne á Assebroucke, à l’age de 66 ans’.
  • 11. 11 Begin vorige eeuw kwam het goed in het bezit van vrederechter De Keukelaere. Hij verbleef er tot in de jaren dertig, daarna kwam de familie Paul Verhaeghe en sinds 1965 de huidige eigenaar. Het beschermd domein wordt heden sinds 2017 opnieuw te koop aangeboden.  INTERBELLUMWONING: landhuis - Gen. Lemanlaan nr. 153. Deze woning betreft de nieuwbouw uit 1937 die tot voor kort deel uitmaakte van het voormalige tuinbouwbedrijf domein Van Hollebeke. Het vroegere ‘kasteeltjen’ van de bekende bankier/fabrikant Felix Dujardin werd afgebroken en vervangen door de nu gerenoveerde conciërgewoning. Merkwaardig en duidelijk op de Geopunt-kaarten te onderscheiden dat ongeveer op dit westelijk perceel (tussen ‘Papegay’ en ‘Loopende Haese’) een vrij groot gebouw op de kaart Ferraris (1770- 1778) is afgebeeld. Het domein zoals het bij M.B. van 16/04/2004 is opgenomen als beschermd dorpsgezicht bestond aanvankelijk uit 3 afzonderlijke langwerpige percelen. Op onze bekende basiskaart Doyen uit 1809 zijn ze goed te onderscheiden. Wij zien westelijk op de perc. 122/123/124 (jardin, verger ,maison) een vrij grote woning van het langgeveltype, was eigendom van Ww. Kindt M. (‘rentiere’ Bruges). Het centrale perc. 120/121 toen in bezit van Aug. Verhulst met het later centrale gebouw waar -vanaf 1920- de fam. Van Hollebeke kwam wonen. Het meest oostelijke perceel tenslotte stond op naam van Josse Saeys (march. de vin) mét enkel het nu nog aanwezige merkwaardig zeskantig paviljoen of ‘Aubette’ op de sectie 118/119. Opname lente 2017: Links in het bomenpark Withof, centraal Interbellumwoning met hernieuwde opsplitsing en beukenhaag en half verborgen achter de monumentale Giant Sequoia zien we nog het vroegere landhuis Van Hollebeke.(eig. foto). _________________________________________________ Het westelijke gebouw werd in 1831 aangekocht door Felix Dujardin van de Brugse zilversmid Albertus De Wilde en echtgenote Anna Maria Kindts. Hij was als winkelier en ook slijter in sterke dranken gevestigd in de Geldmuntstraat (29). ___________________________________________________________________________________________________ (29) W. Van Dievoet, Brugse Edelsmeden van de negentiende eeuw, Leuven -2005, p. 47-48.
  • 12. 12 Felix Dujardin overleed in 1849 op zestigjarige leeftijd. Hij bezat een aanzienlijk onroerend vermogen waaronder de bekende katoenspinnerij aan de Nijverheidsstraat (30). Hij was de grootste grondbezitter van Assebroek en hoofd van de Bank Dujardin, een van de belangrijkste lokale banken van het land. Hun familiegraf/calvarieberg werd opgericht op het kerkhof van Ver-Assebroek. Het pand werd in 1858 herbouwd en verhuurd aan vrederechter Vanderhofstadt. Zes jaar later nam zoon Leon Dujardin en zijn gezin hun intrek in dit huis (31). In 1874 ging de bank bankroet, alles werd openbaar verkocht in 1876/1877. Het buitengoed werd op 31 aug. 1876 door buurvrouw Manceau (..byzondere) voor 13.100fr aangekocht. Het ‘kasteeltje Dujardin’ (32) was verhuurd aan W.W. Bolton (33). 5 jaar later wordt het goed opnieuw aangeboden via een advertentie in de krant Burgerwelzijn van 08/01/1881, hier is sprake van ‘… een welgelegen Kasteelgoed… dicht bij de stad Brugge.’  CENTRAAL LANDHUIS : voorheen ‘LES FAUVETTES’ Voormalig domein Van Hollebeke. Gen. Lemanlaan 155. Bij M.B. van 16/04/2004 werd het voormalige tuinbouwbedrijf Van Hollebeke samen met haar omgeving beschermd als dorpsgezicht. Het landhuis en het tuinpaviljoen werden eveneens als monument beschermd (34). Zoals bij vorige landhuizen is ook hier sprake van een buitenhuis of buitengoed toebehorend aan een kapitaalkrachtige familie. Een dergelijk landhuis wijst op een eenheid van huis en park en is in de meeste gevallen een tweede verblijf buiten de stad op het platte land. De schoonheid én de gezonde lucht in dit quasi ongerepte open landschap spelen een voorname rol bij de keuze van een buitenverblijf. Op onze vroegste kadasterkaart DOYEN (1809, p.6 ev.) zien wij in het centrale perceel 120-121 reeds het hoofdvolume weergegeven. Zoals hier eerder vermeld, toen in het bezit van VERHULST Augustin, eigenaar uit Brugge. De percelen, voorheen eigendom SAEYS J. (nrs. 118/119) met paviljoen of Prieëel/Aubette werden na zijn overlijden in 1826 o.a. via advertentie te koop aangeboden (35). ________________________________________________________________________________________________ (30) J. D’Hondt, De iconografie van de katoenspinnerij Dujardin (1848-1878), in :Brugs Ommeland 1998, p.262-275. De mooie porceleinkaart van de katoenspinnerij door Daveluy ca. 1849 (SAB.) is er afgebeeld. (31) J. D’Hondt, Felix Dujardin, een negentiende eeuwse Brugse bankier en zijn onroerend bezit in Assebroek, in :Arsbroek,12 (1995) p. 89-98. (32) Gazette van Brugge, 06/09/1876 en ’t Jaer 70, van 09/09/1876. (33) Rev. William Watson Bolton, Geboren Long-Melford Suffolk in 1794. Als koning-schutter van de Sint Sebastiaansgilde Brugge werd door Leclercq een knap schilderij van hem gemaakt in 1867. (34) https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/77085. (35) Gazette van Brugge, 10 oktober1827. Koopvier: ‘..een welgelegen en aangenaam speelgoed..’ Ook vijfde koop betrof ‘..welbeklante herberg genaamd Sevecote, en medegaande smisse en erve..’. Johannes Claerhoudt (zoon van Hendrik) was de ‘ fungerenden vrederegter’ .
  • 13. 13 CLAERHOUDT Hendrik werd op 25 September 1831 in Assebroek ingeschreven samen met zijn echtgenote Lambin Marie en hun zoon Amatus(36). Het huis had toen het nr.10 aan de ‘Gendschen Heerweg’ . Nummering op de Steenweg en omschrijving worden regelmatig aangepast of door elkaar gebruikt : ook in kadaster-documenten wordt de wijk nog als Altebij (1834) of Zevecote(1860) aangeduid. Geboren in Torhout op 29 sept. 1771 kwam de 60 jarige -gewezen ‘procureur crimineel’ bij het hof van assisen van West- Vlaanderen te Brugge het pand in Assebroek bewonen. Als ‘grondeigenaar’ had Claerhoudt ook nog zijn stadswoning aan het Pandreitje in Brugge waar nu het gelijknamig hotel is gevestigd. In 1836 was er een eerste uitbreiding van het hoofdvolume. Ook de percelen die reeds in eigendom waren van Claerhoudt werden toen samengevoegd. De nrs. ‘nieuw’ kadaster (zie ook kaart Popp) zijn 112a/b =tuin, 114a/bis =huis, 115bis =tuinpaviljoen (37). Na zijn overlijden in 1858 komt het buitengoed door erfenis toe aan zijn zoon Francois Auguste -gewezen geneesheer in Stalhille- en echtgenote Amélie ROELANDTS. Zij was een zeer welstellende dame, haar bezittingen werden na het overlijden van haar echtgenoot Francois Claerhoudt in 1861 aanzienlijk. Haar familie was afkomstig van Meulebeke, zij was er geboren op 23 mei 1831. Samen hadden zij een dochter, Maria geboren in Stalhille 1 dec. 1859. Vanaf 1867 komt onze volgende bewoner (mede)eigenaar in beeld. Weduwe Amelié heeft zich immers verloofd met sociaal-liberaal pionier én leraar Charles DECQ. Hij was de zoon van kleermaker Josephus , geboren op 23 oct. 1831 in de Brugse Langestraat A5 nr.2. Zijn boeiende biografie is uitvoerig beschreven in 2008 (38). Na bezwaren en tegenkantingen vanwege haar familie kunnen Amélie en Charles uiteindelijk trouwen te Brugge op 3 dec. 1867. Zij nemen aanvankelijk domicilie in de stad waar Charles aan de Dijver C8 een groot huis had gekocht. Op 20 mei 1871 veranderen zij hun woonplaats naar hun villa in Assebroek (toen Zevecote 19). Twee kinderen (Léon en Alice) waren reeds in Brugge geboren, in hun nieuwe thuis kwamen in 1872 Humbeline, in 1873 Georges en in 1875 Augusta het gezin verrijken. Hij start heel wat initiatieven, waarin wij dankzij zijn consequente aandacht voor ‘volksontwikkeling’ een ‘rode’ draad herkennen. Onder andere in het bestuur (Jointe) van de Academie van Brugge werd hij in 1875 tot gedeputeerde verkozen. In datzelfde jaar koopt hij in de Ganzestraat 33 het imposante ‘Rood Huis’ waar hij met zijn familie ook domicilie neemt. Een aantal sociaal-liberale verenigingen van ‘werklieden’ hebben er hun thuisbasis. __________________________________________________________________________________________________ (36) Stadsarchief Brugge, Bevolkingsreg. Assebroek, 1827-1840 en 1840-1846. (37) Kadaster Brugge: Commune d’Assebrouck, Avril 1836, wyck Zevecote: ‘ Réunion et agrandissement au moyen de construction à neuf.’. (38) Jan Delfosse, ‘Charles Decq (1831-1905), een vroege militant van het sociaal liberalisme in Brugge’, in: Brugs Ommeland, 2008/3, p.136-153.
  • 14. 14 Hij richt er een mutualiteit op, een volks-beenhouwerij en voorziet in lokalen voor bijeenkomsten die o.a. het officieel onderwijs ondersteunen. De stichtingsvergadering van het ‘Van Gheluwe Genootschap’ wordt er in 1878 gehouden. Niettegenstaande dat ook nu weer de intentie werd voorgenomen zich niet politiek op te stellen was ook hij uiteraard betrokken bij de toen heftige schoolstrijd. Wegens voornamelijk verkeerd gelopen vastgoed-perikelen kwamen er steeds meer geldelijke zorgen voor Charles Decq. Op 4 oktober 1878 wordt hij bankroet verklaard, bij een vonnis van de rechtbank komt er de scheiding van goederen van Amélie Roelandts op 30 mei 1879. Een aantal huizen in Brugge worden verkocht, Charles met echtgenote en familie trekken zich terug op hun Assebroekse buitengoed, intussen op naam van stiefdochter Maria (Marie). In 1880 is opnieuw het ganse gezin (echtpaar, 5 kinderen en Marie) herenigd in Assebroek. Charles past zijn status aan en laat zich -na zijn onderwijzers loopbaan en sinds zijn huwelijk- als ‘bijzondere zonder beroep’ omschrijven. Toch doet hij in 1882 een laatste(?) poging om in te gaan op de openstaande vacature van ‘Directeur du pensionat de l’Athénée de Bruges’. In een bewaarde brief vanuit Assebroek richt hij zich beleefd tot eminent dichter/priester G. Gezelle -toen onderpastoor in Kortrijk-met de vraag om bij enkele mogelijke kennissen (Le Représentant Reynaert, de Courtrai..) zijn kandidatuur aan te bevelen (39). Marie Claerhoudt zal op 7 dec. 1885 huwen met Alfred van Hamme. Vanaf 1887 bewoond het jonge echtpaar het landhuis (afwisselend met Eernegem). Het ouderlijk gezin Decq – Amélie Roelandts trekt opnieuw naar Brugge. Marie komt 7 jaar later reeds te overlijden in Eernegem 3 mrt. 1894. Haar bezittingen komen toe aan haar moeder. De echtgenoot van Marie, A. van Hamme sterft 6 jaar later. In 1895 komen eerst de twee zonen Decq terug naar Assebroek, later in 1896 volgen de ouders met de drie andere kinderen. Amélie Decq-Roelandts overlijdt op 25 mrt. 1900. In haar testament die werd opgemaakt in 1897 (40), wenst zij ‘met den hoogsten dienst’ begraven te worden, met een uitdeling van twee halve stenen broden aan de armen van Assebroek…Zij schenkt verder 600 frank aan de kerkfabriek van Assebroek voor het maken van twee brandramen. Links vooraan op het Assebroekse kerkhof zien wij nog de imposante grafsteen van de familie Decq-Roelandts waar later ook de zoon Georges en zijn echtgenote A. Colens is bijgezet (41). __________________________________________ (39) Biekorfbibliotheek Brugge, Guido Gezellearchief :nr. 5258, dd. 14/07/1882. Get. Decq-Roelandts. (40) RAB, Depot notaris P. Thomas 2001, nr. 137, akte 328, aug.1897. (41) Grafmonument. Begraafplaats, Assebroek Eig. foto, nov. 2017.
  • 15. 15 E. De Wispelaere die we eerder als waardevolle kroniekschrijver mochten leren kennen kon zich in 1966 nog herinneren wie eertijds het huidige domein Van Hollebeke bewoonde (42), ….’ik herinner mij nog slechts de oude heer Decq en zijn beide zonen, de familie verbleef er in de zeventiger jaren. Een plantenkwekerijwas het niet; wel een bomenpark, gelijk het Wit Hof er nu een heeft’. Na de dood van Amélie Roelandts werd op 24 juni 1901 in estaminet “café du Nord” op de Schouwburgplaats door notaris Léon Termote een grote veiling gehouden van de eigendommen van Charles Decq en zijn 5 kinderen. Een inventaris beschrijft de eigendommen vastgelegd in 38 loten, ‘...teneinde over te gaan tot de openbare verkooping..’ (43) . De verkoop werd uiteindelijk -wegens te weinig belangstelling- pas bij de derde zitdag op 22 juli 1901 toegewezen, waarbij het buitengoed te Assebroek dan nog werd ingehouden. Gestipuleerd onder koop 15 vinden we naast woonhuis en stallingen eveneens orangerie en paviljoen, samen voor 1Ha. 30a. waaronder ook …’niet medeverkocht ;de groote voliére, het duivenkot…,de banken in het park, alsmede eene onze lievevrouwebeeld op voet..’ (p.40 van bd.). In de akte van verkoop is een uitvoerige omschrijving van het vastgoed opgenomen. Ook de aanpalende gronden en panden uit de eigendommen geven heel wat bruikbare info. Wij lezen bvb. bij koop 18; ‘voor 1Ha. 64 a. gars en zaailand’ toegewezen aan de vertegenwoordiger van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen voor het oprichten van de Tramstelplaats, er werd 10.500fr. betaald. Charles was intussen naar Oostkamp verhuisd waar hij overleed op 4 juni 1905. Hij werd te Assebroek begraven. In April 1902 komt het echtpaar Paul Dewez -L. Chevalier het pand huren (44). Hij overlijdt echter in juli van dat jaar, het huis komt opnieuw vrij. In de zomer van 1903 is het Camille van de WALLE met zijn echtgenote Josephine RONSE en één kind die het domein en park komen bewonen. Domein ‘Les Fauvettes’ jaren ca. 1980/’90 _______________________________________________________________________ (42) E. De Wispelaere, (verw.8), in tijdschrift Brugs Ommeland 1966. P. 74. (43) RAB, TBO 183/42, nr. 146: Depot notaris P. Thommas 2001, notaris Léon Termote 24 juni1901. (44) Dank aan Guido Bruyneel voor info.
  • 16. 16 Zoals wij zien in bijgaande advertentie uit de krant ‘La Patrie’ (45) van juli 1904 waren Camille van de WALLE (°1880) – Josephine RONSE (°1879) aanvankelijk nog huurder, zij was de dochter van de bekende volksvertegenwoordiger Alfred Ronse. De volgende 15 jaar werden zij bewoner/eigenaar van het ‘Buitengoed genaamd LES FAUVETTES’. Hun oudste dochter Madeleine was reeds geboren in 1903. Vijf kinderen werden daar nog geboren. Thérèse in 1905, Godelieve in 1909, twee x Ludger (1907 /1912) zij werden amper enkele maanden oud. Zoon Christaan tenslotte, - latere molinoloog- geboren in 1917. Bij KB. van 18 mei 1910 werd de familie gemachtigd bij hun naam “de Ghelcke” toe te voegen (46). Camille was bekend om zijn inzet en sociale verdiensten als schepen van Assebroek van 1909 tot 1921. Tijdens de oorlogsperiode nam hij de coördinatie op zich om de bevoorrading van de noodlijdende bevolking te verzekeren . In 1932 is hij opnieuw verkozen. Een glasraam in kerk van (eig. foto) Assebroek Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans (1928 door Hendrik Coppejans) draagt het wapen met wapenspreuk van de familie: ‘Prodesse Divinum’ Hij was ook voorzitter van van de kerkfabriek in Ver-Assebroek en is er overleden op 01 nov. 1962. ______________________ Portret van Camille Van de Walle de Ghelcke. foto genomen -uit reeks- in raadzaal oud Gemeentehuis, Assebroek/. ca. 2005. ___________________________________________________________________________________________ (45) La Patrie, 16 juli 1904. ‘…recht over de tramstatie Zevecote, lijn Brugge- Knesselaere’. (46) Gazette van Brugge, 23 mei 1910.
  • 17. 17 BIJLAGEN Afbeeldingen 1/Les Fauvettes ‘Salle à manger”. Met wapenschild van de 2/Salon “Fauvettes” Assebrouck. Let op de prachtige familie v.d. Walle de Ghelcke centraal in de schouw . Empire aankleding in interieur. 3/Jardin “Fauvettes” Assebrouck. 4/“Assebrouck 7 sept 1919” aan kasteel De Bergskens Ca. 1917- 1918. waar ze pas waren verhuisd. 4 kinderen van het gezin van de Walle de Ghelcke; Madeleine, Thérèse, Godelieve onder de tweejarige Christiaan. __________________________________________________________________________________________________________ 5/ Briefkaarten verstuurd naar ‘Les Fauvettes’ links aan Mw. C. van de Walle de Ghelcke in 1913. De kaart rechts in 1922 aan Leon Van Hollebeke ‘Villa des Fauvettes’ toen -na de oorlog- aan de Gen. Lemanlaan 57. Sinds december 1919 door hen bewoond.
  • 18. 18 In de loop van de zomer 1919 heeft de familie van de Walle de Ghelcke het pand verlaten en zijn met hun vier kinderen verhuisd naar het bekende kasteel ‘De Bergskens’ (Bijlage foto 4) aan de Weidestraat te Assebroek. Enkele zeldzame opnames zijn bewaard van het gezin en familieleden aan de villa op 7 sept. 1919 uit privébezit (47). Het gezin Leon VAN HOLLEBEKE - Helena MODDE ,met hun tien kinderen namen hun intrek in ‘Les Fauvettes’ in december 1919. De koopakte, -waarin begrepen ‘renteniershuisop een hectare vijfendertig aren’- is verleden vóór notaris Van Coillie op 15 december 1919 (48). Het vrijstaand landhuis onder schilddak heeft tien traveeën en valt o.a. op door zijn dakruiter en twee houten dakkapellen voorzien van voluten. Pas in 1929 werd de buurwoning, het oude ‘kasteeltjen Dujardin’ (sectie 78A en 79A) met 27 aren bijgekocht van de eigenares Mw. Ida Van Hamme, weduwe van de heer G.Schoorman uit Evergem. Op deze plaats werd door de familie de huidige Interbellumwoning in 1937 nieuw gebouwd zoals te zien op foto pagina 11 hiervoor (49). Het oostelijk perceel mét tuinpaviljoen was reeds in 1836 bij het domein gevoegd ( zie verw. 37). Dit merkwaardig tuinprieel verdient bijzondere aandacht. Het werd door de fam. Van Hollebeke in het bloeiende bedrijf ingepast zodanig dat het ook als watertorentje dienstbaar werd. Het was immers nodig de vele honderden laurierplantjes, -jonge planten dagelijks- van voldoende water te voorzien. Uit de boeiende en verzorgde monografie die kleinzoon Antoine Vanhollebeke (°1946) in 1965 heeft geschreven (50) leren wij heel wat over voornamelijk de Laurierteelt en de vele kwekersin het Brugse. De opname hierbij toont ons in de achtergrond delenvan de tramstelplaats, de serres, het paviljoen- watertoren,de villa met planten in opkweek op de voorgrond. Antoine is de zoon van Georges,het 5e kind in het grote gezin en was geboren in Zedelgem op 01/10/1899 en is overledente Brugge in 1967. Wij danken kleinzoon Antoine voor zijn gewaardeerde toelichting en bruikleen. Domein met jonge driejarige planten in voortuin, 1965. (47) Uit verzameling Dhr. S. Van Eeghem, bruikleen met dank. (48) Overgeschreven ten kantore van grondpanden te Brugge de vijftiende januari 1920, boek 3673. (49) SAB. :Bouwaanvraag met plannen van 22 Juli 1937. (50) Antoine Vanhollebeke : De Brugse Laurierteelt , Vrij Tuinbouwinstituut Roeselare – 1964/1965.
  • 19. 19 Het tuinpaviljoen, -toen ook Aubette of Gloriëtte genoemd- is samen met tuin en hekken mee opgenomen in het beschermingsbesluit van 2004. Als zeldzaam relict is dit vrij goed bewaard gebouwtje onder leien tentdak dringend aan herwaardering toe. In Nederland worden dergelijke prieëlen dikwijls ook als ‘Theekoepel’ (of nog ‘Tuinsieraad’) omschreven (51). Meteen wordt hiermee de vroegere functie verduidelijkt. Opnieuw onderzoekend op het kaartfragment DOYEN (pag. 6) uit 1809 zien wij het zeskantig paviljoen reeds op perc. 119. Het originele schrijnwerk en deels bewaarde vloer met zeshoekige tegels en sterren in terra cotta wijzen op het esthetisch belang die aan deze plaats werd gehecht. De terugkerende zeshoek kan ook wijzen op occulte invloeden of verwijzen naar de wereld van de vrijmetselaars. Via de fam. Saeys – van Zuylen waren er nauwe banden met de loge “La Réunion des Amis du Nord” (52). De perc. 118 en 119 waren dus eigendom van de Brugse koopman Judocus of Joos Saeys (bij Doyen; ‘Marchand du vin Bruges’). Wanneer hij in 1826 komt te sterven wordt zijn ‘speelgoed’ in Assebroek samen met zijn ‘welgekalante herberg Sevecote met medegaande smisse’ op 10 okt. 1827 te koop aangeboden (53). Hij had zijn stadswoning aan de Spiegelrei in Brugge en was lid van de schuttersgilde te Sint Kruis en sinds 1802 ook van de Brugse Société Littéraire. De familie Van Hollebeke kon dus beschikken over een vrij groot domein om hun tuinbouwbedrijf uit te Afb. :Fragment vloer paviljoen. bouwen. Kort na de Eerste Wereldoorlog was er de verhuis van Veldegem naar Assebroek. Zij hadden er aanvankelijk een herberg en vanaf 1900 een winkel (huidige decoratie Coudenys aan de Koning Albertstraat). Op de bewaarde briefkaarten- handelden zij in ‘Ellegoederen’ of ook nog als ‘Hortoculteur’ . Dus vanuit hun handel moeten zij reeds met planten vertrouwd geweest zijn. Op 27 december 1919 werden zij in het Zedelgems bevolkingsregister uitgeschreven. _______________________________________________________________________________________________ (51) Stichting Commissie voor de Vecht en het Oostelijk en Westelijk Plassengebied, :Theekoepels en tuinhuizen in de Vechtstreek en ’s-Graveland. ’s-Hertogenbosch, 1980. °https://www.middelheimmuseum.be/nl/pagina/gloriette-en-aubette :Gloriëtte en Aubette, een grondige restauratie. Middelheimmuseum, Antwerpen. °https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/85722. Vaststelling Zele 2009, ID:85722. (52) Andries van den Abeele, :De familie van Zuylen van Nyevelt de Gaesebeke op het Brugs kerkhof. Pag.4 over Joos Saeys- De Beir en dochter Anne-Marie. Zoekterm Google; art. geraadpleegd 08/01/2017. (53) Gazette van Brugge, o.a. op 10/10 en 17/10/1827.
  • 20. 20 Leon Van Hollebeke was een telg uit een bekende Zedelgems geslacht van molenaars (54). Samen met de familie Modde – Hatse behoorden zij in de 19e Eeuw bij de ondernemende pioniers die aan de oorsprong liggen van de stichting en uitbouw van de jonge proosdij Veldegem. Vader Fredericus Modde (1814- 1903) was daar een geziene landbouwer en werd er ook schepen, haar moeder Clemence Hatse (1838-1905) was de dochter van notaris en de eerste burgemeester van Zedelgem Franciscus Hatse. De nieuwe kerk in Veldegem werd ingewijd in 1865, pas in 1896 erkend als zelfstandige parochie en vanaf 1920 afzonderlijke gemeente (55). Hij was in Zedelgem geboren in 1867 en was dus reeds 52 jr. toen hij met zijn vrouw Helena Modde (°1872) en hun kroostrijk gezin te Assebroek zijn nieuwe ‘Hofbouwonderneming’ opstartte. Dankzij noeste arbeid en inzet van 7 sterke zonen en 3 dochters is de onderneming in relatief korte tijd sterk gegroeid. Zes kinderen waren reeds volwassen in 1920. Afbeelding uit verzameling van Marie-Josephe Salazar - Van Hollebeke. Vermoedelijke opname ca. 1933/’34. De foto is fel beschadigd. De tien kinderen voor het landhuis omringen vader Leon die reeds in 1936 zal komen te overlijden en moeder Helena Modde. Dankzij hulp van familie was het toch mogelijk de gezinsleden te benoemen. De twee jongste : links bij vader zittend Joseph (°1907), bij zijn moeder rechts Gerard (°1913). Staand vanaf links Raoul(°1897), Adrienne(°1895), Jerome(°1898), Rachel(°1902), Germain(°1900), Maria(°1904), Georges(°1899) en tenslotte Gaston(°1896). In de eerst helft van vorige eeuw werden nog gronden en huizen bij het eigendom gevoegd. Zoals eerder genoteerd (p. 11) werd in het Interbellum de conciergewoning gebouwd op de plaats van het oude kasteeltje Dujardin. ______________________________________________________________________________________ (54) Met dank aan Dhr. Roland Decock. (55) Bertrand Denys, auteur-heemkundige: Veldegem van proosdij tot parochie 1865-2010. Veldegem 2010. Idem :Franciscus Hatse, eerste Zedelgemse burgemeester …(1830-1854) in: Zilleghem. Handelingen van de Kring voor Heemkunde. Jrg.33-(2012), p.128-152. Mail van 12.01 en 19.01.2016, met dank.
  • 21. 21 Tijdens WO. II is er het overlijden van de oudste dochter Adrienne in 1943 en Jerome in 1944. Het bedrijf was intussen bekend als een van de belangrijkste Vlaamse laurierkwekerijen. De typische zandgrond en het lokale microklimaat met de gunstige invloed van de zeelucht bleken een uitstekende voedingsbodem voor de sterke en kwalitatieve ‘LAURUS NOBILIS’ (56). De Brugse laurier genoot internationale faam. In 1949 werd de N.V. Hofbouwondernemingen Van Hollebeke met de 8 kinderen én moeder-weduwe Helena Modde als aandeelhouders opgericht. Moeder werd ook voorzitter en samen met zoon Gerard afgevaardigde-beheerder (57). Helena en 3 zonen en zus Maria hadden toen nog steeds hun domicilie aan de Gen. Lemanlaan 153/155. Raoul en Georges woonden aan de overzijde in eigendom die ook deel uitmaakte van de NV. Dochter Rachel was als kloosterzuster actief in het oude Sint-Janshospitaal. Op 25 jan. 1969 tenslotte is de sterke en daadkrachtige moeder Helena Modde op 96 jarige leeftijd gestorven en bijgezet in het familiegraf op Ver-Assebroek. De tuinbouwactiviteiten werden in 1992 stopgezet in Assebroek. Het fiere landhuis en het domein kwam een aantal jaar later leeg te staan en werd verkocht aan projectontwikkelaars. Vanaf ca. 2000 werd het verval steeds erger. Ondanks de bescherming als monument én dorpsgezicht in 2004 werd het gebouw totaal verwaarloosd met gedeeltelijk open dak!. Enkelingen kwamen in actie (58), maar konden niet beletten dat er inbraak en vernielingen en zelfs enkele brandjes werden gesticht. Foto’s uit de periode 2006-2008 illustreren deze pijnlijke evolutie. Op 1 aug. 2008 -midden verlof- werd dak en bovenverdieping onverwacht en snel ontmanteld. Gelukkig werd toen -weliswaar zeer laat- door de diensten van Monumentenzorg Brugge ingegrepen. Dit betekende toch een keerpunt. Een restauratie, eerder een reconstructie werd het compromis. Over het prachtige- toen nog grotendeels bewaarde interieur met empirezaal en meer waardevolle elementen hebben wij het hier nog niet eens gehad! ____________________________________________________________________ (56) ‘De revival van de Vlaamse laurierkweek’ ,uit : De Tijd van 17 juni 2000. (57) Bijlagen Belgisch Staatsblad dd. 7-8 november 1949. (58) Vanaf 2006-2007 :Briefwisseling met o.a. Ombudsman, architecten, Gewestelijk Erfgoedambtenaar; M.Goossens en diverse Stadsdiensten. In de pers; Focus TV, L.N. en Nieuwsblad en andere, uitgebreid mét foto’s op 05/08/2008 en B.H. Op 08/08/2008.
  • 22. 22 ‘Villa’ …na verkoop, vervallen toestand zomer 2007. Beschermd Tuinpaviljoen, ca. 1800. Met toegevoegde waterreservoir midden vorige eeuw. (Tuinpaviljoen én opname hieronder toestand 2017).  TEN SLOTTE Hier werd slechts een aanzet gegeven, of bijdrage geleverd aan de vrij recente geschiedenis van de omgeving en leefwereld tussen Gentpoort, Altebij en Zevekote. De openbare tuin met beschermd paviljoen zal binnenkort vrij te bezoeken zijn. In deze zeer drukke centrumomgeving, -met record aantal nieuwbouw huizen en flats in de laatste 10 jaar- kan deze rustplaats een verademing én een grote meerwaarde betekenen voor Assebroek. Samen met de mensen van de Heemkring en vele andere bewuste medeburgers (59) is de wil en inzet groot om in Assebroek een hernieuwde warme gemeenschap te vormen. W. Kimpe. _______________________________________________________________________________________________ (59) Een nieuwe actieve groep is sinds 2016 werkend rond ‘De Toekomst van Assebroek’. https://detoekomstvanassebroek.wordpress.com/ .
  • 23. 23